Gardam

Zaterdag in de trein naar Deventer ruim vijf uur de tijd om het boek Een trouwe vrouw van Jane Gardam uit te lezen, waar ik de avond daarvoor aan was begonnen. Een paar maanden daarvoor had ik al het eerste deel van de trilogie over Raj-wezen, Een onberispelijke man, gelezen. Raj-wezen zijn kinderen van Britten die in het koloniale Engeland posten in Azië vervulden, die hun kinderen op vierjarige leeftijd terug stuurden naar Engeland voor hun opleiding,  waar ze letterlijk verweesd raakten. In deze trilogie belicht ze een huwelijk vanuit drie posities, de man (Edward), de vrouw (Betty) en de buitenstaander (Terry) waarmee de vrouw een keer overspel pleegt. Het verhaal speelt zich af in Hongkong en Engeland (pensioen).

Waarom is die Jane Gardam toch zo goed? Al lezen ga je je steeds meer dingen realiseren en afvragen. Twee levens die zo met elkaar verweven zijn en toch lijkt het alsof je over twee verschillende levens leest. Een misstap beheerst bijna altijd een heel leven. Is een leven zonder liefde of passie is een gemankeerd leven? Is trouw niet hetzelfde als liefde? De eerste vier jaar van een leven zijn cruciaal voor de rest van je leven.En ga zo maar door.

Ik heb nog deel drie van de troligie, Laatste vrienden, te goed. Daarin het verhaal van de tegenpool en opponent van Edward Feathers (rechter), Terry Veneering (advocaat). Ik vond het wel een zwakte van Een trouwe vrouw dat niet duidelijk werd wat de magnetische kracht was van Terry Veneering, de man waar Betty overspel mee pleegt als een willoze puber en waar ze haar hele leven naar blijft smachten. Aan het einde van het boek is hij niet meer dan een kalend oud mannetje, terwijl Edward nog steeds een statige oude man is, onberispelijk gekleed, een echte Engelsman. De passie van Edward zat aan de buitenkant, die van Terry aan de binnenkant, zo iets maak ik er uit op.