Oekraïne

Een half jaar geleden reserveerde ik het boek van Lisa Weeda Aleksandra bij de bibliotheek. Het stond nog in bestelling, maar waarschijnlijk was ik een van de eerste die het reserveerde want van de week was ik de eerste die het boek kon ophalen na levering. Ondertussen is het boek al genomineerd voor de Libris Literatuurprijs, op de short-list nog wel en het moet wel gek gaan als ze hem uiteindelijk niet wint na alles wat er de afgelopen weken is gebeurd. Ik moet wel zeggen dat ik het geen makkelijk boek vind. Het boek gaat afwisselend over haar zoektocht naar een overleden oom in het Oosten van Oekraïne en een schimmenwereld waarin ze rondloopt en praat met overleden familieleden. Ik ga het vandaag uitlezen en hoop dat ik er wat meer inkom. Beeldend schrijven kan ze wel.

Lisa Weeda reist in opdracht van haar vierennegentigjarige grootmoeder Aleksandra naar Loegansk, op zoek naar het graf van haar oom Kolja, die sinds 2015 is verdwenen. Lisa weet de grenspost van het oorlogsgebied te trotseren en in haar vlucht tuimelt ze terug in de tijd. Ze belandt in het paleis van de Sovjets, waar haar overgrootvader Nikolaj al sinds zijn eigen dood in 1953 wacht op Aleksandra. Na Aleksandra’s deportatie in 1942 naar Duitsland heeft hij haar nooit meer gezien. Samen met Nikolaj dwaalt Lisa door het paleis, dit limbo waar ook Kolja zich schuilhoudt, en wekt ze de geschiedenis van haar Don Kozakken-familie tot leven.

Aleksandra is het verhaal van een familie tussen Oost en West die maar niet loskomt van een gebied dat nooit rust lijkt te vinden. Lisa Weeda vond de vorm en de stem om dit indringende verhaal op een grandioze manier te vertellen.

Vanochtend stond er een klein stukje over beroemde Oekraïense schrijvers in de Volkskrant. Twee daarvan komen ook voor op mijn lijst van de beste honderd boeken die ik ooit heb gelezen. Ze staan zelfs in de top 10. De echt lezers zal ze ook op zijn lijst hebben staan, het zijn de schrijvers Konstantin Paustovski, met zijn zesdelige reeks Verhaal van een leven, en Joseph Roth met zijn Radetzkymars.

Radetzkymars’ is de geschiedenis van het verval van de Habsburgse monarchie, gezien door de ogen van de hoofdpersoon, luitenant Von Trotta. Deze klassieker van Joseph Roth begint in 1859 met Von Trotta’s grootvader, die door een toeval het leven van de jonge keizer Franz Joseph redt, en het eindigt met de dood van de keizer in 1916. De Eerste Wereldoorlog is dan gaande en de oude wereldorde van de adellijke familie Von Trotta, steunpilaar van keizer en staat, is definitief verdwenen. Terwijl luitenant Von Trotta zijn wereld langzaam ziet vergaan, zoekt hij zijn heil in gokken, alcohol en vrouwen. Radetzkymars is een ongeëvenaard portret van een beschaving in verval. Het meeslepend vertelde verhaal getuigt van groot psychologisch inzicht en wordt terecht gerekend tot de hoogtepunten van de wereldliteratuur.

Als je hierboven de korte recensie leest van dit boek realiseer je je dat er op dit moment ook een rijk in verval bezig is tegen alle logica in terug te brengen naar de oude glorie van het tsarenrijk. terug naar de 19e eeuw, terwijl we nu in 21e eeuw leven. Je voelt gewoon dat dit niet goed af kan lopen. Stuiptrekkingen van een man die gezien heeft dat de bevolking van Belarus hem niet meer wil en nu beseft dat hij zijn hand overspeelt heeft door de Westerse wereld sterker te maken in plaats van zwakker door de inval in Oekraïne. Nog groter geweld zal volgen. De groene Amsterdammer had een artikel over de waanideeën van Poetin die iedereen zou moeten lezen. We volgen het allemaal met angst en beven. Alle problemen vallen in het niet bij de problemen die nu op ons af komen.

Ik vergeet trouwens nog een boek dat ik nog niet eens zo lang een keer heb herlezen, van Nicolas Gogol, het boek Dode zielen. Je snapt niet dat Poetin overtuigd is van de superioriteit van de Russische mens. In dit boek ook weer een gewetenloze man die op zoek is naar rijkdom over de ruggen van arme sloebers (in dit geval overleden sloebers).

Dode zielen’ is het groteske relaas over de zelfingenomen klaploper Tsjitsjikov, die in een caleidoscopische zwerftocht over het Russische platteland zoveel mogelijk ‘dode zielen’ (overleden lijfeigenen) probeert op te kopen, om als onderpand te dienen voor de luxe levensstijl waarvan hij droomt. Gogol schildert met ironie en bizarre details een onvergetelijke portrettengalerij van het bonte allegaartje Russische landeigenaren die onze ‘held’ op zijn weg vindt. Een van de indrukwekkendste werken uit de wereldliteratuur is daarmee ook een van de vermakelijk