Structuur

Ik krijg soms wel eens commentaar op het feit dat ik zo’n vaste indeling heb van mijn dagen. De sportschool, het vrijwilligerswerk, de tekenles, de mantelzorg, de dagelijkse ochtendkrant, de VPRO-gids op woensdag, de Groene op donderdag, de boekrecensies van de NRC op vrijdag, de wekelijkse wandeling met vrienden, eten om half 6. Blijft er dan nog tijd over voor onverwachtse dingen? Daar kan ik kort over zijn, absoluut. Ik verschuif regelmatig mijn sportschool, de krant kan overgeslagen worden, de mantelzorg uitgesteld. Nee hoor, maak je geen zorgen. Ik weet dat ik goed gedij bij een regelmatig leven. Ik lees sinds de uitbraak van de Corona-epidemie dat mensen radeloos worden van alles wat wegvalt, ze missen hun structuur. Daar heb ik weinig last van gehad. mijn sportschool verving ik door wandelen en fietsen, vrienden bezocht ik ik in de tuin, ik ging wat uitgebreider koken, ik miste eigenlijk alleen mijn vrijwilligerswerk en af en toe de horeca. En ik ben ook wat wat meer gaan lezen, wat alleen maar fijn is. Ik ben net naar de bibliotheek geweest om het boek van Annie Ernaux, De jaren te halen.

Dit boek is een collectieve autobiografie van onze tijd. Het vertelt het verhaal over de periode 1941-2006 door de lens van het geheugen, van tegenwoordige en herinnerde indrukken, culturele gewoonten, taal, foto’s, boeken, liedjes, radio, televisie, reclame en krantenkoppen.
Annie Ernaux slaagt erin een vorm te vinden die zowel subjectief als onpersoonlijk, particulier als collectief is, een nieuw genre in feite, dat beoogt het verleden te vangen. Als vermenging van autobiografische fictie en sociologie is De jaren ‘een Op zoek naar de verloren tijd van ons tijdperk van mediadominantie en consumentisme’ (The New York Times), een monumentale bijdrage aan de twintigste-eeuwse Franse geschiedenis zoals weerspiegeld in het leven van één vrouw.

Ik heb de afgelopen week twee boeken terzijde gelegd. Het boek dat me aangeraden was door een vriendin, City of girls van Elizabeth Gilbert en De akte van mijn moeder van Andras Forgach. Ondanks dat het eerste boek wel vermakelijk was en het echt fantastische recensies heeft gekregen boeide het me toch niet genoeg. Het boek van Forgach vond ik door de stijl (veel letterlijke documenten van de verslagen van zijn moeder die voor het Hongaarse regime werkte als informant) en de inhoud te moeilijk. Vooral de problematiek van de Joden die tegen het zionisme waren (zijn moeder was joods en tegen het zionisme) en die fanatiek het communisme aanhingen zoals zijn moeder kon ik soms niet helemaal volgen. Te intellectueel denk ik of niet goed ingevoerd in die gedachtewereld. Vreemd was ook dat de Engelse vertaling The acts of my mother luidde. Het centrale thema is namelijk dat de moeder van Forgach haar eigen kinderen rapporteerde en dat de zoon daar mee in het reine moet zien te komen.

Verder verheug ik me enorm op een nieuw uitgekomen boek van Konstantin Paustovski, De muziek van de herfst, dat bestaat uit een aantal nooit eerder in het Nederlands vertaalde verhalen. Ontmoetingen met mensen tijdens zijn eindeloze zwerftochten door het grote Russische rijk.