Boekenclub

We konden ons allemaal niet meer inleven in de hartstochten voor Manon Lescaut. Het is waarschijnlijk heel revolutionair geweest in zijn tijd, maar dat het in Frankrijk nog zo’n weerklank vindt verbaasd ons wel (in de Metoo tijd waren een paar Franse actrices opvallend mild voor de misdragingen van mannen vond ik ook opvallend). Het andere boek daarentegen van Sana Valiulina Waar alle wegen ophouden kon op veel waardering rekenen. Ik kon me wel vinden in de opmerking dat het boek eigenlijk twee sporen volgde die beter uit elkaar getrokken hadden kunnen worden, de zoektocht naar haar vader en het portret van haar vader. Verder werd in het kader van het boek nog het boek (vader zat jaren in een kamp) van Varlam Sjalamov Berichten uit Kolyma genoemd.Voor de volgende keer gaan we het boek van James Agee Een sterfgeval in de familie lezen.

In de Amerikaanse klassieker Een sterfgeval in de familie verliest de kleine Rufus zijn vader, als deze met zijn pas gekochte T-Ford van de weg raakt en sterft.
In wat volgt zien we op onnavolgbare wijze de wereld door de ogen van een zesjarige. Zijn waarneming van het familiedrama, van het religieuze Amerika ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, van de klasseverschillen tussen de grootouders van vaders- en moederszijde, en de verschillen in temperament van de familieleden, is in overweldigend muzikala proza gevat. James Agee (1909 – 1955) beschrijft zuiver en scherpzinnig wat verlies doet met een kind, met een familie en hoe de wereld er daarna uitziet.
Een sterfgeval in de familie verscheen postuum in 1957 en won onmiddelijk de prestigieuze Pulitzer Prize. Voor deze vertaling maakte Nele Ysebaert gebruik van de volledig gerestaureerde editie (uit 2007) van Michael Lofaro.

Verder werd er behoorlijk veel ingebracht aan gelezen boeken. Qua non-fictie kwam voorbij: Jonathan Haith Generatie angststoornis, wat sociale media met onze kinderen doen (zegetocht over de wereld van Haith om sociale platforms voor kinderen te gaan regelen, een must), Ge Vaartjes Vleugelman, Bomans 1913-1971, Mariana Mazzucato De consultancy industrie, Sandra Langereis, De machine man, de tijden van Eise Eisinga (geweldig boek), Karin Armstrong, De heilige natuur, Rory Stewart Op het scherpst van de snede , politiek van binnenuit, Sinan Aral, The hypemachine, how social media disrupts our elections, our economy and our health and how we must adapt (hoe de aadachtseconomie alles ondermijn), Arita Baayens. In gesprek met de zee, Jannetje Koelewijn, Ruimte maken voor het andere, het denken van Marja Slob en Tommy Wieringa, Optimisme zonder hoop (viel tegen).

Qua fictie kwamen de volgende boeken voorbij: Yannick Dangre Tussen de jaren (niet zulke lovende recensies), Chimamanda Ngozi Adichie, DreaM Count (eventueel voor een volgende boekenclub, zou ik wel zin in hebben),

Dream Count is de nieuwe, urgente roman van de auteur van Amerikanah en We moeten allemaal feminist zijn. Het is een sprankelende vertelling over de keuzes die we maken en de keuzes die voor ons gemaakt worden. Adichie richt haar scherpzinnige blik op vier vrouwen die allen worstelen met de vraag: hoe eerlijk moet je naar jezelf toe zijn om lief te kunnen hebben en bemind te worden?

Chiamaka is een Nigeriaanse reisjournaliste die in Amerika woont. Ze denkt tijdens de coronapandemie met spijt terug aan haar vroegere minnaars en worstelt met de
keuzes die ze ooit heeft gemaakt.
Zikora, haar beste vriendin, is een advocate die in alles succesvol is geweest, totdat ze zich met een gebroken hart moet wenden tot de persoon die ze het minst nodig dacht te hebben.
Omelogor, Chiamaka’s dappere en onverschrokken nicht, is een belangrijke zakenvrouw in Nigeria, tot ze zich begint af te vragen hoe goed ze zichzelf kent.
En Kadiatou, Chiamaka’s huishoudster, zet alles op alles om haar dochter in Amerika te laten opgroeien – maar een onvoorstelbare rampspoed zal haar leven voorgoed veranderen.

Gjalt stuurt ons nog als ebook De essays van Oek de Jong.

En speciale aandacht nog even voor een favoriet boek van een van onze leden Kai Michel en Carel van Schaik van Het oerboek van de mens, de evolutie en de bijbel. Volgens mij moeten we dat allemaal eens lezen.

Een verrassend boek dat een totaal nieuwe kijk geeft op de verhalen uit de Bijbel. Ook een voor mij overtuigend boek over de evolutie van de mens en de ontwikkeling van de joods-christelijke religie. Een origineel boek dat veel nieuwe inzichten bevat.
De schrijvers analyseren de Bijbel aan de hand van drie naturen van de mens: de natuur-natuur, de cultuur-natuur en de verstand-natuur. Religieus gevoel (door de schrijvers intuïtieve-individuele religie genoemd) is onderdeel van de natuur-natuur zoals die zich gedurende honderdduizenden jaren bij de jager-verzamelaars heeft ontwikkeld en daarmee ook de moderne mens ‘aangeboren’ is. Twaalfduizend jaar geleden werd de landbouw ‘uitgevonden’. Voor de menselijke evolutie is dit een vrij recent verschijnsel. De problemen die de vestiging op vaste woonplaatsen veroorzaakte grote problemen (het ontstaan van bezit, ziektes, toenemende afhankelijkheid van de natuur) waarvoor onze verstand-natuur oplossingen moest zien te vinden. De intellectueel-institutionele religie daarentegen is bij uitstek een product van deze verstand-natuur. Wetenschap en religie waren aanvankelijk nauw met elkaar verweven en hebben zich pas in de 19e eeuw als zelfstandige domeinen los van elkaar verder ontwikkeld.
De schrijvers laten zien dat de Bijbel een antwoord geeft op de problemen van de menselijke evolutie en van het joodse volk in het bijzonder. Zo kunnen ze ook een overtuigend antwoord geven op de vraag hoe de god van zo’n klein onbetekenend volk uit kon groeien tot de God van 2,5 miljard mensen op aarde. Voor mij vielen de Bijbelverhalen eindelijk op hun plek.