Drie boeken

Een paar weken geleden had ik een gesprek met iemand die bezig was een boek te schrijven. We kregen het over het feit dat van de non-fictie boeken vaak maar een klein gedeelte relevant is voor de boodschap die overgebracht moet worden. Er is vaak veel opvulling om het tot een vol waardig boek te maken. Ik heb dat ook ervaren in de tijd dat ik drie boeken per week moest recenseren voor RTVNH. Dat is niet te doen als je ze ook echt moet lezen. Met een roman ligt dat heel anders. daar moet je echt alles lezen. Ik ben van de week begonnen aan de nieuwe roman van Orhan Pamuk over de pest in 1901. Maar het duizelde me een beetje met al die vreemde namen, intriges, uitweidingen. Het is een roman maar de boodschap is om parallellen te zoeken met de Corona epidemie die we net achter ons hebben en hoewel dat heel interessant is werd ik er ook een beetje moedeloos van. We leren echt niets leert ons de geschiedenis. Even het boek apart gelegd (750 pagina´s) Ik had zin om even iets anders te lezen. En er liggen al drie boeken voor me klaar. Kim Ghattas. De zwarte golf, hoe de rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran het leven in het Midden-Oosten heeft verwoest. Omdat er toch eindelijk een doorbraak komt in de protesten tegen het bewind in Iran wilde ik me weer eens verdiepen in hoe het zo ver is gekomen in het Midden-Oosten.

Het is bijna niet voor te stellen, maar soennitisch Saoedi-Arabië en sjiitisch Iran waren lange tijd bondgenoten. En toen brak in 1979 de Iraanse revolutie uit, werd de Heilige Moskee in Mekka belegerd en trok de Sovjet-Unie Afghanistan binnen. Saoedi-Arabië en Iran werden felle tegenstanders en exploiteerden religie in hun rivaliserende strijd. Het gevolg: sektarisch geweld, het ontstaan van groeperingen als Hezbollah, de 9/11-aanslagen en de opkomst van is.
Zwarte golf beschrijft deze vlammende veertigjarige periode, waarbij de basis van het boek wordt gevormd door persoonlijke verhalen, zoals van een Pakistaanse anchorman, een Egyptische romanschrijver en de vermoordde journalist Jamal Khashoggi. Kim Ghattas legt hiermee de focus op de pluriforme, tot zwijgen gedoemde meerderheid die vooruitgang wil en vecht tegen de maatschappelijke duisternis sinds 1979.

Het andere boek is van Jurrien Hamer, Waarom schurken pech hebben en helden geluk, een nieuwe filosofie van de vrije wil. Ik had een interview gezien in het nieuwe programma van Coen Verbraak en daar kwam dit boek voorbij. Het is een onderwerp waar ik meer over wil lezen.

Hoe zou de wereld eruit zien zonder schuld en verdienste?

Heeft een miljonair recht op zijn rijkdom? Moeten we zelfs een moordenaar vergeven? En kan een mens ooit zijn lot veranderen? Het hangt allemaal af van ons antwoord op een fundamentele vraag: hebben we een vrije wil?
Filosofen twijfelen al eeuwen over het antwoord hierop, en sinds decennia roepen biologen en neurologen dat de vrije wil niet bestaat. Ieder jaar stapelt het bewijs tegen de vrije wil zich verder op: we zijn een product van onze genen, van onze geschiedenis en van onze omstandigheden.
Toch laat de vrije wil ons niet los. Deze mythe heeft meer invloed dan ooit – in ons strafrecht, onze economie en onze zoektocht naar geluk.
Jurriën Hamer denkt verder waar anderen terugdeinzen en stelt de rol van de vrije wil ter discussie. Waarom schurken pech hebben en helden geluk is een confronterend debuut met radicale implicaties voor onze manier van leven – van onze politiek tot onze meest intieme relaties.

Het derde boek is een tip van een vriendin nadat we een gesprek hadden over de doden die ons langzamerhand gaan omringen, het is van Pia Pera, de titel Ik heb het de tuin nog niet verteld.

Ik heb het de tuin nog niet verteld is een gelaagd boek dat de seizoenen van de tuin volgt. Over leven en dood, vol met fijnzinnige reflecties over filosofie en het dagelijkse leven, over religie en frustratie. Als het duidelijk wordt dat zij ongeneeslijk ziek is, trekt Pia Pera zich steeds meer terug in de natuur. Ze vecht zo lang als ze kan om actief te blijven, omringd door de schoonheid van haar Toscaanse tuin. Toch is ze nooit alleen. Wanneer Pia’s armen en benen het niet meer redden, is het Giulio, haar Sri Lankaanse tuinier, die haar aanwijzingen opvolgt en zowel voor haar als voor haar tuin zorgt. En dan is er nog de trouwe foxterriër die haar overal volgt, een groot aantal vrienden die komen en gaan, meditatie, lezingen en een enorme hoeveelheid boeken die het ritme van haar dagen markeren. En boven alles is er de tuin, de ware metgezel van de auteur. Het is de tuin die als een spiegel elke stemming en elk teken van haar ziekte reflecteert. En net als een tuin biedt haar boek verrassingen. Het beweegt. Het leidt ons naar donkere diepten, maar ook naar geliefde dichters, filosofen en de muziek van Abba (een Chinese dokter adviseerde haar naar hen te luisteren, omdat het therapeutisch zou werken). Ik heb het de tuin nog niet verteld is een gelaagd boek dat de seizoenen van de tuin volgt. Over leven en dood, vol met fijnzinnige reflecties over filosofie en het dagelijkse leven, over religie en frustratie. Het onderzoek dat Pia Pera uitvoert is eerlijk en licht van toon, ondanks de zwaarte van de inhoud. Zonder zelfmedelijden reflecteert zij op vragen waarop het onmogelijk is om een antwoord te geven. Vragen die elk mens raken, vroeg of laat.