Slot Assumburg

Door de Corona zijn mensen veel meer naar hun eigen omgeving gaan kijken, ook ik. Vorige zomer heb ik overal in Noord-Holland gewandeld, van Den Oever tot Graft-De Rijp, van Edam tot Den Helder. Vorige week ben ik voor het eerst naar Slot Assumburg in Heemskerk geweest en wat een verrassing, het leek wel een klein Versailles. Toen ik jong was fietsten we altijd met hel hele gezin van Zaandijk naar Wijk aan Zee en dan zagen we in de verte altijd het kasteel liggen. Het is nu omgebouwd tot een een soort jeugdherberg, waar je niet al te duur een kamer kunt huren, alleen of met groepen. Er ligt een hele mooie tuin om heen en er is een kruidentuin, een rosarium en een fruitbomengaard en een hofvijver waar je als bezoeker gewoon in kunt lopen. Een leuke tip voor iedereen die leuke tripjes in de omgeving zoekt.

In 1933 kreeg de Assumburg haar bestemming als jeugdherberg. Met uitzondering van een beperkte openstelling tijdens de Open Monumentendagen, is het slot zelf niet openbaar toegankelijk. Naast het slot bevindt zich het natuur- en recreatiepark Assumburg, dat in 2003 is aangelegd. Vanaf 2009 werd de 18e-eeuwse kasteeltuin in originele staat hersteld en in 2011 geopend voor het publiek. Dit monument is op 15 januari 2016 overgedragen aan de Nationale Monumentenorganisatie.

Afgelopen weekend was ik voor het eerst in een jaar weer eens over de grens, ons jaarlijkse uitje met het kunstgroepje naar het kunstdorp Watou in België. De kunst was een grote teleurstelling, er waren weinig schuren, geen Doeviehoeve, nergens uitleg over kunstenaars, de leegte opgevuld met gedichten op katheders maar de sfeer in onze groep was goed, de sfeer in het dorp onveranderd en we hadden een leuk gesprekje met de Mecenas van het festival, eigenaar van hotel/restaurant ‘T Wethuys, die mopperde dat Poperinge 7 kilometer verder jaloers werd op Watou en ook mee wilde doen en het op die manier verpestte. Details kregen we niet te horen, maar het borrelt daar behoorlijk. Wij zijn zondag naar het Lovie Kasteel (nu een instelling voor mensen met een geestelijke beperking) in Poperinge gegaan en ook daar was de kunst matig (Tracey Emin o.a.) maar het landgoed en het kasteel was zeer de moeite waard en het weer was prachtig, maar ik snap de klacht van de man. Iedereen wil een graantje meepikken van het grote succes van Watou, dat dit jaar al weer de 40e editie vierde. Dat had natuurlijk vorig jaar moeten plaatsvinden, maar ook hier trok Corona een streep door de rekening. Er schijnt een werkgroep te komen om te kijken hoe het verder moet met Watou, maar wij zullen waarschijnlijk volgend jaar gewoon weer van de partij zijn.

Ik had in mijn koffertje toch nog een boek gestopt en had zowaar nog wat tijd om te lezen in De val van Amerika, berichten uit een gebroken land. van Michael Persson. Een boeiend boek over het falen van Amerika als wereldmacht.

Onderwijs, gezondheidszorg, industrie, infrastructuur, immigratie, segregatie en democratie: op al deze terreinen zakt het land op de internationale ranglijsten, tot grote zorg van de meeste Amerikanen. Maar over de oplossingen verschillen ze enorm van mening, en de politiek komt er niet uit. Het land lijkt steeds verder in zichzelf verstrikt te raken. Persson reisde het land door om op onderzoek uit te gaan. Van het gespleten Washington tot de Muur bij Mexico. Van de oude industrieën van West Virginia tot de boeren van Wisconsin. En van Charlottesville tot de daklozen van Queens. Overal stelde hij de vraag: hoe nu verder met Amerika? Het resultaat is een fascinerend boek dat kijkt tot ver voorbij Trump, naar de toekomst van het land waarvan zovelen ooit droomden en waar ondanks alles, dankzij de veerkracht van de individuele Amerikanen, nog steeds ruimte is voor optimisme.

Verder heb ik deze week nog een boek uit de bibliotheek gehaald dat mijn aandacht trok in een recensie, het is van Franz Josef Degenhardt met de titel Lont. Dat ligt nu op de stapel….

In ‘Lont’ laat Degenhardt ons zien dat er ook in Duitsland (en wel in andere milieus dan dat van de aristocratische graaf Von Stauffenberg) tenminste een gedeeltelijk bewustzijn van het ware karakter van het nazi-regime bestond en dat een klein aantal arbeiders daaruit concrete conclusies heeft getrokken en daad-werkelijk verzet probeerde te plegen.
‘Lont’ is de eerste roman van de in Duitsland vooral als zanger-componist bekende Franz Josef Degenhardt. Het is de ballade van Fänä Spormann en zijn dertien- en veertienjarige kameraden uit het Ruhrgebied. In de eindfase van de Tweede Wereldoorlog verrichten ze koeriersdiensten, steken de ‘Lont’ in goederenwagons en werken samen met de Ondergrondse. Terwijl hun vaders zijn gesneuveld, omgebracht of in het concentratiekamp zitten, groeien ze op in hun grauwe fabriekswijk, tussen bestorven en onbestorven weduwen, dwangarbeiders, vluchtelingen en verzetsstrijders. Onder de ogen van de nazi’s stelen ze zeshonderd liter wijn en vervoeren ze springstoffen en wapens tot de overlevende vaders weer terugkomen.
‘Lont’ is een opmerkelijke roman over het Duitse verzet tegen de nazi’s, geschreven vanuit het bijzondere perspectief van beginnende pubers die al vroeg volwassen moeten worden. Degenhardt verraste in 1973 vriend en vijand met dit fenomenale boek, dat zeker niet ‘het zoveelste’ oorlogsboek is.