Boekenmarkt

Wat lezen mensen berichten op internet toch slecht. De boekenmarkt die ik gisteren organiseerde kreeg constant aanloop van mensen die andere dingen verwachtte dan boeken en die dachten dat de hele buurt mee zou doen. Het was een experiment om te kijken of ik over 5 weken een tweede markt zou organiseren voor kleding en schoenen. Daar moet ik heel diep over nadenken. Er zijn maar zo´n 25 bezoekers geweest en ik denk dat dat alles te maken heeft met het feit dat het om een garage-sail ging en de weerberichten heel slecht waren. De mensen die kwamen bleven lang en kochten veel wat de dag toch nog succesvol maakte. Het was erg gezellig, mensen konden koffie krijgen en dat is toch voor veel mensen de rede dat die straatrommelmarkten zo populair zijn. Het grappige is dat ik er zelf toch ook weer een aantal boeken uit heb gehaald. Vorige week heb ik er bijvoorbeeld al het deeltje privédomein Zinnig eigenzinnig van Herman Hesse uitgehaald. Ook omdat ik recentelijk diverse citaten van Hesse tegenkwam in het boek Dagboek van een boekverkoper van Shaun Bethell.

Hesse is een tijdje werkzaam geweest in een antiquariaat en observeerde daar alle klanten die hij daar tegen kwam. Hij deed daar ook verslag van wat niet altijd al te gunstig uitpakte. Maar wat mij afgelopen week het meest trof in het gedeelte dat ik gelezen heb is het hoofdstuk Herinneringen aan Azië. En vooral wat hij schrijft over China. “De eerste en misschien sterkste uiterlijke indruk, dat zijn de Chinezen. Wat het eigenlijk inhoudt een volk te zijn, hoe een groot aantal mensen door ras, geloof, zielsverwantschap en gelijkheid van levensidealen tot EEN lichaam wordt samengebald waarin de enkeling slechts als een afhankelijke en als cel meeleeft zoals iedere afzonderlijke bij in de bijenstaat, dat had ik nog nooit werkelijk meegemaakt. Bij de chinezen zag ik voor de eerste keer de eenheid van een volkswezen zo volkomen heersen dat alle individuele verschijnselen er geheel en al in ondergaan. Bij de Chinezen was er echter van het allerprilste begin af de indruk van een cultuurvolk, een volk dat is gegroeid en zich ontwikkelt heeft in een lange geschiedenis en dat in het bewustzijn van de eigen cultuur niet achteruit, maar naar voren kijkt in een actieve toekomst. ” Wat een opmerkelijke analyse en zo modern. Ik zal bij alles wat ik nu lees over China dit steeds in gedachten hebben. Recentelijk had ik trouwens voor de tweede keer het boek De kunst van het ouder worden van Hesse gelezen. Wat een inspirerend boek. Jammer dat ik niet meer weet aan wie ik het uit heb geleend want af en toe bladeren in dit boek is een genoegen.

De jaren maken hem werkelijk wijs. Hij doorziet steeds beter de knelpunten in zijn leven, hij waardeert meer en meer het dagelijks opkomen van de zon. Bij verlies van kleur en hartstocht geniet hij steeds meer van contouren en profielen. Ouder wordend blijft in hem de jeugd leven. Het ouder worden neemt hij als afscheid mee naar de mooiere wereld na het graf. De thans weer gelezen en geprezen Hesse leert ons de kunst van het ouder worden. Dit voor alle liefhebbers van Hesse verrassende boek is voorzien van foto’s van Hesse’s zoon Martin Hesse.

Ik ga vanmiddag lekker uitrusten van een (ook fysiek) enerverend weekend en hoop ver te komen in Jonathan Franzen’s Vrijheid. En misschien heb ik nog zin om het volgende boek bij de bibliotheek te halen dat al voor me klaar ligt Mephisto van Klaus Mann. Maar ik kan ook nog kiezen voor de nieuwste Lionel Shriver Tot de dood ons scheidt. Maar dat is zo’n zwaar onderwerp dat ik dat nog even voor me uit schuif.

‘Tot de dood ons scheidt’ van Lionel Shriver gaat over echtgenoten Kay en Cyril, allebei gezonde, vitale vijftigers, die een verbond sluiten met elkaar. Onlangs is Kay’s vader na tien jaar tergend langzame aftakeling (eindelijk) aan alzheimer overleden – en zo’n mensonterend einde willen ze zichzelf, elkaar en hun eigen kinderen besparen. Over dertig jaar, op de avond van Kay’s tachtigste verjaardag in maart 2020, zullen ze samen uit het leven stappen. Cyril is huisarts en zorgt dat de benodigde pillen alvast in de koelkast staan, en ze gaan door met hun drukke, leuke levens in de geruststellende wetenschap dat zij het einde ervan netjes hebben geregeld. Naarmate hun gezamenlijke deadline nadert, begint er echter iets te knagen. In een reeks alternatieve scenario’s, allemaal met een onverwachte twist, schetst Shriver allerlei mogelijke, onverwachte gevolgen van het zelfmoordpact van Cyril en Kay. ‘Tot de dood ons scheidt’ is een pageturner waarin we nooit hoeven te treuren om overleden personages, omdat deze in het volgende hoofdstuk weer springlevend terugkeren.