Bellingcat en datajournalistiek

Toen ik bijna vier jaar geleden met pensioen ging heb ik al mijn goede doelen onder de loep genomen en besloten een speciaal doel te gaan steunen, de onafhankelijke journalistiek. Zo steun ik o.a. Followthemoney, de VPRO en De Groene Amsterdammer. Ook de online detectives van Bellingcat (komt van de kat de bel aanbinden) kunnen op mijn symphatie rekenen. Bellingcat (toen heette het nog niet zo) begon zo’n 10 jaar geleden met Eliot Higgins die de Arabische opstanden volgde op twitter. De organisatie draaide oorspronkelijk op vrijwilligers maar nu zitten ze in een kantoor vlakbij het Europees strafhof in Den Haag. Na een aantal blogjaren richtte Higgins in 2014 via crowdfunding het platform Bellingcat op. Behalve 18 betaalde medewerkers is er ook nog een team van vaste vrijwilligers die vanuit de hele wereld informatie aanleveren. Ik heb net het boek van Higgins, Wij zijn Bellingcat; hoe gewone mensen onderzoeksjournalisten van de toekomst werden aangevraagd in de bibliothrrk. Het voorwoord is geschreven door de Nederlander Christiaan Triebert die inmiddels bij The new York Times werkt op de afdeling visual investigation. Ik zag hem afgelopen jaar bij DWDD doe hij een grote journalistieke prijs de Pulitzer kreeg. Ik leer een nieuwe term geolocating; precieze datum en tijd vinden bij foto’s en video’s online. De medewerkers van Bellincat reizen de wereld rond om cursussen te geven in geolocating en onlinresearch.

Higgins ziet het verspreiden van zijn methode als een machtig wapen tegen desinformatie en complotdenken, zodat steeds meer mensen inzicht krijgen in hoe je goed online-onderzoek kunt doen. Hun voornaamste taak de grenzen van van die geradicaliseerde complotgemeenschappen te bewaken, zodat hun overtuigingen niet doorstromen naar mainstream-gemeenschappen. Als dat niet een doel is om te steunen! Maar eerst mag ik nu de rest van de middag in de net binnen gekomen nieuwe verhalenbundel van Konstantin Paustovski Muziek van de herfst lezen. Mij even heerlijk overgeven aan zijn lyrische beschrijvingen van landschappen en mensen. Met Goudzand, verhalen, dagboeken, brieven, wat we twee jaar geleden met de boekenclub hadden moeten lezen ben ik gestopt. Te fragmentarisch, te weinig verband tussen de stukken.