• Hallo, en welkom op mijn website

    Hallo, en welkom op mijn website

    Ik geef hier boekentips, deel zinvolle informatie met mede pensionado's en je kunt meer lezen over mijn boek "Tijd van Onschuld"

Ik zat afgelopen zondagmiddag naar Buitenhof te kijken naar Viktor-Mayer Schonberger over zijn boek De data-economie. De belangrijkste boodschap, niet geld (banken, multinationals), maar data zijn het nieuwe goud van de economie. Hij deed uitspraken die ik zo moeilijk te bevatten vond dat ik toch maar eens kijk of ik dat boek te pakken kan krijgen. Zoals dat pensioenen binnenkort verleden tijd zijn.

Hij sprak ook over het bedrijf Stitch Fix, een modebedrijf voor mensen (ook mannen) die geen tijd hebben om kleding te kopen. Ik ben daar eens gaan rondneuzen en verbaasd dat dat al zo’n grote vlucht heeft genomen. Als je deelneemt krijg je op basis van een uitgebreid ingevuld profiel maandelijks vijf mode-items toegestuurd (gemiddelde prijs 55 dollar) die ook weer teruggestuurd kunnen worden als ze niet voldoen aan je smaak. Je betaald ook nog 20 dollar per fix, dus ben je per maand, als je niets terugstuurt, 300 dollar kwijt, en op jaarbasis 3600 dollar. https://www.stitchfix.com/women

Ik heb een paar jaar bijgehouden wat ik aan kleding uitgeef, dat was 600 euro. Waarbij aangetekend moet worden dat ik alleen tweedehands of in de uitverkoop koop. Ik koop ook kleding voor mensen die geen geld hebben (mannen) of die wat extra kleding voor bijna niets altijd leuk vinden (vrouwen) Het Nibud rekent voor een compleet pakket voor kinderen rond de 50 euro, dat is dus 600 per jaar. Voor volwassenen zal dat wat meer zijn. Heel wat minder dan Stitch Fix je wil verkopen. Jaarlijks verkoop ik kleding op de straatrommelmarkt voor ongeveer 500 euro, en voor 500 euro in de tweedehandswinkel Pinokkio en op United Wardrobe. Ik verdien dus aan mijn hobby in plaats van dat mijn hobby geld kost. Toch mooi meegenomen.

Read more

Zaterdag in de trein naar Deventer ruim vijf uur de tijd om het boek Een trouwe vrouw van Jane Gardam uit te lezen, waar ik de avond daarvoor aan was begonnen. Een paar maanden daarvoor had ik al het eerste deel van de trilogie over Raj-wezen, Een onberispelijke man, gelezen. Raj-wezen zijn kinderen van Britten die in het koloniale Engeland posten in Azië vervulden, die hun kinderen op vierjarige leeftijd terug stuurden naar Engeland voor hun opleiding,  waar ze letterlijk verweesd raakten. In deze trilogie belicht ze een huwelijk vanuit drie posities, de man (Edward), de vrouw (Betty) en de buitenstaander (Terry) waarmee de vrouw een keer overspel pleegt. Het verhaal speelt zich af in Hongkong en Engeland (pensioen).

Waarom is die Jane Gardam toch zo goed? Al lezen ga je je steeds meer dingen realiseren en afvragen. Twee levens die zo met elkaar verweven zijn en toch lijkt het alsof je over twee verschillende levens leest. Een misstap beheerst bijna altijd een heel leven. Is een leven zonder liefde of passie is een gemankeerd leven? Is trouw niet hetzelfde als liefde? De eerste vier jaar van een leven zijn cruciaal voor de rest van je leven.En ga zo maar door.

Ik heb nog deel drie van de troligie, Laatste vrienden, te goed. Daarin het verhaal van de tegenpool en opponent van Edward Feathers (rechter), Terry Veneering (advocaat). Ik vond het wel een zwakte van Een trouwe vrouw dat niet duidelijk werd wat de magnetische kracht was van Terry Veneering, de man waar Betty overspel mee pleegt als een willoze puber en waar ze haar hele leven naar blijft smachten. Aan het einde van het boek is hij niet meer dan een kalend oud mannetje, terwijl Edward nog steeds een statige oude man is, onberispelijk gekleed, een echte Engelsman. De passie van Edward zat aan de buitenkant, die van Terry aan de binnenkant, zo iets maak ik er uit op.

Read more

Ik krijg in de boekenafdeling regelmatig mensen die alle delen van het prive-domein van de Arbeiderspers verzamelen. Ik houd deze apart voor deze klanten, maar van de week nam ik er een mee omdat de titel me aan sprak. Het ging om deel 199 Bergman De tijd te lijf. Want dat is wat veel pensionado’s als ze veel hebben gewerkt overvalt, hoe ga ik de rest van mijn tijd vullen. Je moet de tijd te lijf.

Ik zat regelmatig te lachen tijdens het lezen. Wat een ontdekking die Aart Kok (Bergman). Het boek staat helemaal vol met aforismen over de tijd en begint meteen met een mooie “Tijd, een doorlopende filmvoorstelling zonder scenario”. Terwijl ik zelf nogal opgewekt van humeur ben, kan ik genieten van schrijvers die (met veel humor) alleen maar somberheid over je heen storten zoals Bergman (die bekend is geworden als dichter!). Het boek is verdeeld in een aantal thema’s als geboorteschreeuw, Ouderhuis, Kralingen, met allerlei korte fragmenten zonder verdere structuur en is heel geschikt om er af en toe een paar bladzijden in te lezen.

Ik heb de afgelopen jaren diverse keren keren de uitspraak ……als ik met pensioen ben dan….gehoord. Dan ging het soms over reizen, maar ook een paar keer over lezen (ga ik alle belangrijke filosofen lezen, dan ga ik me verdiepen in het soefisme). Ik heb er zelf ook last van dat ik een structuur wil aanbrengen in mijn leesgedrag. Jarenlang boeken recenseren voor RTVNH en adviezen geven aan klanten van de bibliotheek hebben van mij een lezer gemaakt zonder specialisme (ik ken Proust kenners, Roth kenners, Almudena Grandes kenners). Ik heb wel een paar schrijvers die ik meteen lees als er een nieuw boek van uitkomt zoals Houellebecq, Lanoye, maar daar houdt het op.

Het verbindende element van al die favoriete schrijvers is de humor en het absurdisme (Reve staat bij mij op nummer 1) en dat komt ook bij Bergman weer te voor schijn. Er zit geen enkele logica achter het bestaan, dus probeer dat er ook niet in te leggen.

Ik ga nog wel alle boeken bespreken die mijn leven hebben veranderd, want dat zijn er niet zo veel. Alvast een paar titels: Carlos Fuentes, De dood van Artemio Cruz, Kobo Abe, De vrouw in het zand, Kenzeburo Oe Het eigen lot, Masaaki Imai Kaizen, Fjodor Dostojevski De gebroeders Karamazov, Gerard Reve Op weg naar het einde en Nader tot u, Albert Camus, en nog wat schrijvers die me nu ontschieten.

Ik eindig met een paar mooie uitspraken uit een dagboek dat ik regelmatig bijhoud:

“literatuur beschermt ons tegen overmoed”

“pas door schrijven word je vertrouwd met je eigen gedachten”

Read more

Ik ben gisteren weer begonnen aan een boek waar ik halverwege in was gestopt, het vuistdikke Het ijzig Hart van Almudena Grandes (2010)Een lezer in mijn omgeving was er helemaal weg van en omdat ik van 1982 tot 1987 Spaans studeerde interesseert het thema mij meer dan gemiddeld. Het ijzig hart gaat over de gevolgen van de Spaanse Burgeroorlog in de levens van de twee gezinnen die met elkaar zijn verweven. Daarover schrijven was lang taboe, maar er is een nieuwe generatie Spaanse schrijvers die in het verleden is gedoken van deze traumatische periode van de Spaanse geschiedenis.

Grandes schrijft prachtig, heeft zich grondig verdiept in de geschiedenis (veel gebeurtenissen in het boek zijn gebaseerd op waargebeurde dingen), ze weet heden en verleden op een mooie manier door elkaar te vlechten en toch zijn er een paar dingen die me storen in haar boek. Zo treedt ze vaak op als alwetende verteller die een personage waarschuwt dat hem/haar iets vreselijks gaat overkomen …..hij wist nog niet…zij had niet kunnen weten dat binnenkort…. Dat haalt de vaart uit een boek. Ook de liefdesgeschiedenis van de hoofdpersoon, die na de dood van zijn vader op zoek gaat naar zijn verleden, met de jonge minnares van zijn vader, die als teruggekeerde balling uit Frankrijk wel alles weet van haar familiegeschiedenis haalt de vaart uit het verhaal.

Toen ik het halverwege had weggelegd bleek ik het toch niet van me af te kunnen zetten omdat je wilt weten hoe gebeurtenissen zich gaan ontwikkelen. Dat betekent dat Grandes toch een geweldige verhalenverteller is. Recentelijk las ik ook van Bernardo Atxaga De zoon van de accordeonist (2005). Ook een prachtig boek met hetzelfde thema dat zich afspeelt in Baskenland. En ook hier een minpuntje wat betreft het verknopen van heden en verleden. Ik had het al weggelegd, ging op advies van een lezer toch door en werd rijkelijk beloond. Misschien zou een goede redacteur wonderen kunnen verrichten, daar schijnt de laatste decennia flink op te worden bezuinigd.

Read more

Dertien juni was mijn laatste werkdag op de bibliotheek, veertien juni begon ik in de tweedehandskledingwinkel Pinokkio. Oorspronkelijk opgezet als tweedehands kinderwinkel kwam ik daar al vanaf het eerste moment dat ik in Alkmaar ging wonen. Later kwam daar ook kleding voor volwassenen bij, waar ik ook dankbaar gebruik van maakte. Omdat ik bij Linda, de eigenaresse had aangegeven  dat ik daar graag wilde werken na mijn pensioen kon ik vanwege drukte op vrijdag vanwege de kaasmarkt meteen aan de slag.

Nergens is zo´n uitgebreid netwerk van tweedehands winkels als in Nederland en dat heeft alles te maken met onze welvaart. Omdat ik op de vrijdag werkte als de Alkmaarse kaasmarkt veel buitenlanders trekt, kon ik mijn talen weer eens oefenen. Meer dan de helft van de klanten waren Duitsers, Italianen, Fransen, Spanjaarden, Zuid-Afrikanen en Britten. We kregen veel complimenten vanwege de kwaliteit van de kleding, vaak met de kaartjes er nog aan. Dat werd allemaal weggedaan?

Nu is het winter is zijn er geen toeristen en zitten we met smart te wachten op de kaasmarkt. Onze klanten zijn mensen die meer kleren inbrengen (daar 35% over vangen als het verkocht wordt) dan ze kopen. Overal is het uitverkoop en dan is het lastig concurreren. Voeg daar de kringloopwinkels aan toe en je moet echt onderscheidend zijn om het te redden in deze markt. Pinokkio onderscheidt zich door het houten speelgoed (een magneet voor vooral mannen!), de mooie etalages, met o.a. een elfendeurtje en als onderdeel van eerlijkwinkelen.nl.  Linda heeft de winkel even voor tien dagen dicht gegooid en kan even genieten van een fijne vakantie. Ik heb even tijd voor andere dingen op vrijdag.

(3) Elfendeurtjes

PS Mensen die mijn boek Tijd van onschuld hebben gelezen weten dat ik een paar zomers als kaasmeisje heb gewerkt in Duitsland. Ik lijk ook een beetje op het meisje van de foto. Je moest lange vlechten hebben en je talen spreken. Er was een strenge selectie want het verdiende heel veel voor die tijd (100 gulden per dag).

Read more

Op advies van een veellezer die ik op mijn boekenafdeling tegenkwam ben ik toch gisteravond begonnen aan Judas; een familiekroniek van Astrid Holleeder. In principe ben ik niet geïnteresseerd in een dergelijk boek omdat er al zoveel over bekend. Na een avond lezen vond ik het wel weer genoeg, maar er zijn wel een aantal overeenkomsten met het boek dat ik vorige week las.

De verwoestende uitwerking op een leven van verraad door een persoon die je het meeste na staat. In het boek van Stegner, De fundamenten van ons leven, is er ook sprake van verraad tussen de echtelieden (de vrouw, niet de man!!) en de weerklank daarvan in de rest van hun huwelijk dat nog veertig jaar duurde omdat scheiden geen optie was. Bij Astrid Holleeder zie je ook de worsteling van een zus die haar broer niet wil verraden vanwege de loyaliteit die de familie vereist. Omdat de dreiging ook haar leven aantast, kan ze op een gegeven moment niet anders.

Of mensen nog met elkaar door kunnen hangt vaak samen met de omvang van het verraad. Het boek van Stegner is gebaseerd op het de briefwisseling van de destijds vrij beroemde illustratrice en schrijfster Mary Hallock Foote met een vriendin. Daarin wordt gewag gemaakt van een aanbidder, zonder dat er van een verhouding sprake was. Maar overspel in de geest was rond die tijd net zo erg als echt overspel. Dat beide vrouwen  door die worsteling ook de behoefte hebben daarover te schrijven lijkt me ook een overeenkomst.

Maar ik laat Astrid worstelen met haar broer en ga morgen verder in Quadriga; een eindspel van F. Springer, over een journalist die in 1998 een werkbezoek brengt aan Oost-Berlijn en daar als een blok valt voor de gids die hem begeleidt. Ik heb meer zin in de heerlijk lichte toon, de humor en de melancholie van Springer dan in de beklemming van een boek als Judas.

Read more

Af en toe heb ik veel zin in een dik boek, vooral in de winter. Degene die ik nu bijna uit heb heeft over de 700 pagina’s en voldoet ook aan een andere voorwaarde, namelijk dat het een aantal sombere weken een andere kleur geeft. Het boek werd al in 1971 geschreven, kreeg de Pulitzerprijs voor Literatuur en werd in 1998 opgenomen in de lijst 100 beste Engelstalige boeken van de twintigste eeuw. Ik heb het over Wallace Stegner De fundamenten van ons leven.

Bij de recensies kwam ik verschillende keren het woord saai tegen, een woord dat ik absoluut niet kon rijmen met dit boek, waarin een gepensioneerde hoogleraar met een botziekte in het huis van zijn grootouders haar leven reconstrueert aan de hand van haar brieven. Het boek speelt zich af in de tweede helft van de 19e eeuw als de grootmoeder (een quaker van de Oostkust met goed opleiding) haar man (ingenieur) volgt naar het ‘wilde westen’ om daar een aantal mijnen in kaart te brengen en te ontginnen.

Voor mij was het vooral een boek over de botsing tussen twee werelden, de stad en het platteland die nog steeds een rol speelt. De grootvader, goudeerlijk, delft het onderspit in de strijd om geld en aanzien (patenten niet aanvragen op uitvindingen), zij eindigt teleurgesteld (ondanks een succesvolle carrière als tekenaar en schrijfster over de wereld waarin ze belandt) over de status die ze zoekt maar die niet komt. Elke keer weer teleurstelling op teleurstelling, maar opgeven is geen optie. Ik heb er van genoten. Dat de kleinzoon tussendoor ook nog wat over zijn frustraties in het leven wil ventileren, heb ik maar op de koop toegenomen.

Read more

Ik heb twee Millenial kinderen, een van 1989 en een van 1987. Millenials zijn geboren tussen 1980 en 2000. Recentelijk verscheen er een heel interessant artikel in de Groene over Millenialkapitalisme van Casper Thomas. Die bespreekt het recentelijk verschenen boek Kids these days; human capital and the making of millenials, van Malcolm Harris. Ook noemt hij het Global Wealth Report 2017 van Credit Suisse waarin wordt gesproken over “the unlucky millenials”.

Van Aik Kramer en Emma Westerman verscheen in oktober 2017 Het millenial Manifest

Heel veel interessante feiten worden vermeld. De laatste 20 jaar is het aantal gewerkte uren toegenomen met 16%, onder de 34 heeft 1/3e een flexbaan, millenials zijn de eerste generatie die armer is dan de vorige, ze zijn beter geschoold en werken harder, ze hebben geen toegang tot de woningmarkt die geëxplodeerd is, ze gaan minder uit en gebruiken minder drugs en drank, ze betalen te veel premie voor de opbouw die daar tegenover staat. Dat laatste ook doordat de veranderende demografie dit de kleinste groep ooit is, waardoor ook nog eens generatiegenoten concurrenten worden. Met andere woorden, het is de meest uitgeknepen groep.

In het industrieel tijdperk was fysiek en monetair kapitaal het belangrijkste, dat is nu menselijk kapitaal. Door de crisis van 2008 en een haperende groei proberen bedrijven nu meer winst te maken door zoveel mogelijk opbrengst te persen uit een werknemer tegen zo min mogelijk kosten. Jongeren geven hun arbeid bijna gratis weg. Dat zie ik ook om me heen, o.a. de niet betaalde stages en werkervaringsplekken. Overal klinkt nu de roep om hogere lonen.

Mijn jongste zoon (copywriter) houdt het hier voor gezien na een aantal teleurstellende ervaringen; kamertjes van 12 vierkante meter voor 600 euro, werk waarin je 24/7 beschikbaar moet zijn, bureaucratische hindernissen als je ZZP-er. Hij probeert het als digitale nomade in Vietnam. Omdat het leven daar veel goedkoper is zal het makkelijker zijn om te overleven zonder dat je bij je ouders of de bijstand hoeft aan te kloppen. Malcolm Harris heeft het in zijn boek over het gevoel “geboren te zijn in gevangenschap”. Ik vind het een goed idee om dat gevoel zo lang mogelijk uit te stellen zolang je nog geen vrouw en kinderen hebt. Hoorde dat diverse bladen als Zin deze maand aandacht besteden aan de digitale nomade. Ik kwam er twee jaar geleden een paar tegen op Ibiza, hun leger zal alleen maar groeien als er niets verandert in het millenialkapitalisme.

 

Read more

Ik heb natuurlijk met grote interesse de serie op televisie gevolgd van de VPRO over de kringloopwinkel. Vijf! avonden lang van drie kwartier met elke keer een ander thema. De nieuwe marktplaats noemt de VPRO het, waarin mensen van alle gezindten en achtergronden  elkaar weer kunnen ontmoeten. Ik zou vijf jaar geleden nog gezegd hebben dat dat de bibliotheek is, maar door de bezuinigingen en de keuze’s die gemaakt moeten worden is dat niet meer het geval. Ik bevind me dus net als toen ik jong was en op een echt markt werkte, daarna in de bibliotheek en nu weer in de kringloop in het hart van de samenleving. Ik heb nooit van bubbels gehouden, dat vernauwt je blik veel te veel.

Ik moet toch ook nog een paar kanttekeningen maken bij  de serie. Er werd bijvoorbeeld niet goed uitgelegd dat er een groot verschil is tussen commerciële en niet commerciële kringloopwinkels, en de kringloopwinkels die door de gemeenten zijn opgezet om mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt aan het werk te zetten. De kringloopwinkel waar ik werk is bijvoorbeeld niet commercieel en werkt met vrijwilligers. Dat had beter gekund.

Een ander minpuntje vond ik de veiling bij de kringloop in Naarden. De medewerkers halen bij de kunstinbreng de parels er vast uit, die dan vervolgens geveild worden. Dan is het dus weer iets voor mensen met geld. Die parels moet je er juist in laten zitten zodat ook gewone mensen op een schat kunnen stuiten. Het argument van de handelaar die alles wegmaait voor de voeten van anderen neem ik op de koop toe.

De grootste teleurstelling wachtte de kijker in de laatste aflevering waarin de efficiency medewerker zijn intrede doet. Doordat er geen aanbod meer is door de Participatiewet (als werkloze niet meer kunnen werken als vrijwilliger, maar alleen betaald werk mogen doen), moest nu het werk in de kringloop met minder mensen (en meer aanbod) gedaan worden. Dus nu moet het werk gestructureerd worden. Als iets zich niet leent voor een efficiency slag is het de kringloopwinkel.

Verder was de serie vooral een spiegel waarin we met plaatsvervangende schaamte konden kijken. Hoeveel spullen heeft een mens nodig? Ik heb ook al zo veel dingen in mijn handen gehad waar de kaartjes nog aan hangen. En wat kregen we een mooi portret van een gevluchte Syriër met een top baan in Dubai, die na twee jaar nu weer een mooie baan had in Nederland. Hij had twee jaar bij de kringloop gewerkt en ging afscheid nemen. Hij was heel blij met zijn nieuwe huis en zijn mooie baan, maar diep in zijn hart miste hij ook zijn collega’s bij de kringloop, die saamhorigheid, hulp en steun die hij ontvangen had. Dat zal in de modewereld waar hij nu weer in zat waarschijnlijk heel anders zijn. Dat was ook wel een mooie afsluiting van de serie, mensen moeten solidair zijn met elkaar, ongeacht afkomst en opleiding. Want diep in hun hart willen mensen allemaal hetzelfde, een beetje  liefde, wat aandacht en gezelligheid. dan heb je al heel wat.

 

Read more

Afgelopen feestdagen weer veel in de trein gezeten, de ideale gelegenheid om te lezen. Ik kreeg van de Groene, een heel leuk boekje: De negentien boeken die ons boos maakten. Essay’s van de medewerkers van De Groene samengesteld door Joost de Vries (Clausewitz en De republiek). Op de kaft staat het hoofd van Houellebecq, een schrijver waar ik het meeste werk wel van gelezen heb en die me juist niet boos maar vrolijk maakt. Dit boekje is al de derde in een reeks: De twintig boeken die ons denken veranderden (2015) en De 21 romans die onze blik veranderden (2016).

 

Een groot deel van de commentaren op de besproken schrijvers is een groot feest van herkenning. Nabokov‘s Lolita, Foudraine’s Wie is van hout, Buikhuisen‘s Kriminilogie in biosociaal perspectief, Houellebecq‘s Platforme, van der Heijden‘s Grijs verleden, maar er zaten er ook een paar bij die ik tot mijn schande niet kende. Allemaal Amerikaanse titels trouwens, Allan Bloom‘s The closing of the American mind (een aanklacht op de academische cultuur in Amerika), Charles Murray’s The bell curve (over de erfelijkheid van intelligentie) en Eldridge Cleaver‘s Soul on ice (een zwarte man die vrouwen en homo’s haatte).

Er waren geen boeken bij die ik achteraf nu nog zou willen lezen, maar deze essay’s geven een mooi overzicht van een veranderende perceptie op bepaalde problematiek. Sommige boeken zijn hun tijd duidelijk vooruit (Buikhuisen), anderen zouden nu niet meer gepikt worden door de lezers (Cleaver). Maar ze hebben allemaal een ding gemeen, ze zijn allemaal nog verkrijgbaar. De Vries constateert dat boeken relevant blijven, zolang ze ons boos maken. Een heel leuk boek om in de trein te lezen.

 

Read more