admin's Posts

Afgelopen zomer werd de gemeenteraad van Alkmaar ontbonden vanwege een crisis over de opvang van asielzoekers in het oude belastingkantoor. Nu schijnt de regering Alkmaar toch te hebben aangewezen als eventuele locatie voor de grote groep Afghanen. Ja, ze moeten toch ergens terecht kunnen. Afgelopen dagen heb ik het boek van Rodaan Al Galidi Hoe ik talent voor het leven kreeg uitgelezen. Het is ook geen boek om in een keer uit te lezen, want dan raak je te erg gedeprimeerd. Eigenlijk zou elke Nederlander, maar vooral elke ambtenaar dit boek moeten lezen. Wat zijn wij een vreselijk land geworden, wat zijn we arrogant, bureaucratisch, benepen geworden. Negen jaar in een asielprocedure, twee vluchtpogingen om het ergens anders te proberen, vele zelfmoorden van andere asielzoekers verder stapt hij eindelijk het leven tegemoet. Een Nederlander die zit te mopperen over een trein die een kwartier te laat is lacht hij toe, mevrouw ik heb net negen jaar zitten wachten….. het is echt een boek dat je af en toe naar de keel grijpt.

Een betoverende roman over de ervaringen van een asielzoeker met een onbarmhartig regime: polderbureaucratie zo taai als klei. Al Galidi houdt ons een spiegel voor. Een spiegel waar we niet van mogen wegkijken.’ ADRIAAN VAN D

Semmier Kariem vlucht uit Irak. Zeven jaar van honger, verdwalen en angst later landt hij op elf februari om negen uur – of was het om elf uur op negen februari – op Schiphol. In de chaos van die eerste dagen in Nederland kan hij zich het precieze tijdstip niet meer herinneren. Hij vraagt asiel aan. Wat hij niet weet is dat hiermee het langste wachten van zijn leven begint, in het asielzoekerscentrum, een wachtkamer die hij deelt met vijfhonderd anderen. Intussen bestudeert Semmier het land waarvan hij misschien ooit deel mag uitmaken, maar ook al verblijft hij er nu, hij blijft een buitenstaander. Hoe ik talent voor het leven kreeg is een roman over mensen die zijn onderworpen aan wetten en regels. Allemaal wachten ze, vaak jarenlang, tot hun leven opnieuw kan beginnen, en dat doen ze op hun eigen manier – de een al wat lijdzamer dan de ander.

Ik zit op een aantal boeken te wachten die ik besteld heb in de bibliotheek en heb nu even een boek gepakt dat een collega van mij in de boekwinkel had gekocht en aanraadde. Het is het boek Heerschappij; hoe het christendom het Westen vormde van Tom Holland. In het boek zat de recensie van Wolter Huttinga, waarin hij argumenten geeft om het boek niet te lezen *(Christendom is niet te vangen in een groot gebaar, te complex) maar ook om het boek wel te lezen (Holland kan echt fantastisch schrijven, hij geeft je het gevoel dat hij de geschiedenis van Christendom tot in de finesses begrijpt en overziet). Leuk dat een recensent op die manier een boek aanprijst, dat zie je toch niet zo veel.

De Romeinen geloofden dat kruisiging het ergst denkbare lot was. Daarom was het zo’n geschikte straf voor slaven. Dus is het verbazingwekkend dat mensen zijn gaan geloven dat een specifieke gekruisigde, ene Jezus, een god was. Bestsellerauteur Tom Holland onderzoekt in Heerschappij de implicaties van die overtuiging.
Het christendom is het langst voortdurende, invloedrijkste erfgoed van de oude wereld; de opkomst ervan is de belangrijkste ontwikkeling in de westerse geschiedenis. Steeds meer mensen hebben het geloof van hun voorouders verlaten en wijzen alle religies af – toch blijven ze er herkenbare erfgenamen van.
Heerschappij vertelt het verhaal van hoe we zijn geworden wie we zijn, en waarom we denken zoals we denken. Van de Perzische invasie van Griekenland in 480 v.Chr. tot de migratiecrisis in Europa van nu. Waarom was het christendom revolutionair en ontregelend? Waarom zijn in het Westen zoveel denkbeelden nog altijd onafwendbaar christelijk? Concepten als secularisme, liberalisme, wetenschap en homoseksualiteit zijn diep geworteld in een christelijk zaaibed. Van Babylon tot The Beatles, van Sint-Michaël tot #MeToo: Heerschappij toont hoe het christendom de wereld heeft veranderd.

Ik heb de afgelopen weken met veel plezier naar de serie van Kefah Allush gekeken, De vrouwen van Jezus van Nazareth. Kijk vooral de programma’s via uitzending gemist, het is de moeite waard.

Read more

Het heeft veel mensen overvallen, ook mij, maar het is niet anders, ook deze Lock down komen we wel weer door. Onder andere door veel te lezen. Ik heb de afgelopen weken zo genoten van Ons soort mensen dat ik meteen haar nieuwste boek Onder buren heb besteld bij de bibliotheek. Wat een schrijfster. Het boek was genomineerd voor de Europese Literatuurprijs en terecht. Ik was gisteren aan een heel dik ander Duits boek begonnen van Uwe Johnson Een jaar uit het leven van Gesine Cresspahl, een boek van 1600 pagina´s, dat in een band is uitgegeven. Het schijnt in Duitsland in vier delen te zijn uitgegeven en had het boek bij mij een kans willen krijgen dan had de Nederlandse uitgever dat ook moeten doen. Na een uur kon ik het boek fysiek niet meer aan. Kussen op mijn schoot, twee kussens op mijn schoot, het was gewoon niet te doen. Daar kwam ook nog bij dat dit boek een terugblik is op het verleden van een Oost-Duitse vrouw (een herinneringskunstwerk las ik in de een recensie) en dat ik na Ons soort mensen veel meer zin had in een boek die de actuele situatie als uitganspunt heeft. Niet weer de Vietnamoorlog, het vluchten voor een autoritair regime, de heimwee, nee in Onze buren speelt ook de corona uitbraak een rol, actueler wordt het niet.

In Onder buren van Juli Zeh is Dora met haar hondje naar het platteland verhuisd. Ze had behoefte aan een nieuwe omgeving, meer bewegingsvrijheid, meer ademruimte. Tijdens de lockdown wilde ze niet in de grote stad blijven, en nu wordt ze geplaagd door de vraag waarnaar ze eigenlijk op zoek is in deze tijdelijke leegte. Is het afstand van haar vriend Robert, die met zijn activisme steeds verder van haar af komt te staan? Of hoopt ze erachter te komen waarom de wereld zo verwarrend is geworden?

In Bracken, een klein dorp in het niemandsland van Brandenberg, is het niet zo idyllisch als het op het eerste gezicht leek. Dora’s nieuwe huis is nog ongemeubileerd, de tuin is een wildernis en de busverbinding naar de stad is slecht. En dan is er ook nog de buurman, die met zijn rechtse uitspraken voldoet aan al haar vooroordelen over mensen met een kaalgeschoren hoofd. Terwijl Dora haar gedachten probeert te ordenen, ontmoet ze mensen die niet in een hokje passen en die al haar vastgeroeste ideeën op zijn kop zetten.

Als tussendoortje heb ik het boek My name is Lucy Barton van Elisabeth Strout gelezen, en ondanks dat het een prachtig boek is over persoonlijke worstelingen met het verleden en de invloed daarvan op het heden, lees ik toch liever historische romans. Dus ik was gisteren ook in het boek Gisele van Susan Smit begonnen wat ik na een half uur weer terzijde heb gelegd. Ik kan absoluut niet tegen de stijl van Susan Smit. Binnen een kwartier begint er al een kunstenaar hijgerig tegen Gisele aan te hangen en komen er zo veel clichés voorbij dat ik meteen maar gestopt ben. Dus nu moet ik opnieuw mijn kast in duiken om een nieuw boek te vinden.

Ik zit te denken aan Raadselvader van Jolande Withuis. Ik volg op het ogenblik de serie Andere tijden over de Koude oorlog en dat is de tijd dat ik zelf ook opgroeide. Ik vind het thema van de afvallige (zij werd als communiste opgevoed) interessant en ben ook geïnteresseerd in haar visie op een vader die je totaal niet gekend hebt. Heb ik zelf ook last van. Wie was die man ook eigenlijk. ga ik toch weer het verleden in, maar dit ligt wat dichter bij mij dan het boek van uwe Johnson.

De bekende schaakjournalist Berry Withuis (1920-2009) werd
grootgebracht in een gereformeerd gezin. Als twaalfjarige raakte
hij zijn geloof in God kwijt. Later werd hij communist en redacteur
van het dagblad De Waarheid. Zijn dochter Jolande (1949)
groeide op met haar vaders politieke overtuiging, maar ontwikkelde
zich als volwassene tot een vermaard critica van het communisme.
Die breuk met haar afkomst opende voor Withuis de
weg naar het schrijverschap en de wetenschap, maar leidde tegelijkertijd
tot een verwijdering tussen haar en haar vader. Na zijn
dood kon ze zich er niet bij neerleggen dat de man die zij als kind
had vereerd, zich als persoon nauwelijks had laten kennen. Met behulp
van onder meer zijn bvd-dossier reconstrueert ze in Raadselvader
zijn levensgeschiedenis.

Withuis’ scherpe en ontroerende ontleding van de verhouding
tot haar vader weerspiegelt onze recente wereldgeschiedenis en
biedt de lezer een blik van binnenuit op de Koude Oorlog: “Ik
was vijf en wist: wij zijn de vijand.’

Gelukkig komen de komende week vele mooie documentaires voorbij op NPO2, want je kunt niet de hele dag lezen. En ik heb ook nog een box liggen van Andrei Tarkovsky met vijf top-films waar onder De jeugd van Ivan en Stalker, die ik al gezien heb. Zware kost voor de kerst!!

Read more

Ik heb het al eerder over gehad, maar het blijft me bezig houden, mijn gesprek met een paar Tech-jongens in de bibliotheek die er van overtuigd waren dat computers na een bepaalde tijd zelflerend zouden worden. Ik zei dat ik beter dan computers, die met algoritmes werken, de collectievorming kon doen omdat ik 35 jaar ervaring had. Het lijkt er zo duimendik bovenop te liggen, dat wat je er in stopt gaat zichzelf steeds meer versterken. Ze zeiden dat ik het misschien nog tien jaar beter zou doen, maar dat daarna de computers het beter zouden doen. Ik geloofde er geen klap van, omdat het beginontwerp altijd door een mens wordt geprogrammeerd dus dat blijft altijd aan de basis liggen. We hebben de afgelopen jaren kunnen zien bij de belastingdienst wat er mis kan gaan als je met algoritmes gaat werken. Alle alarmbellen zouden toch moeten gaan rinkelen. Vorige week vrijdag las ik een interessant artikel over Timnit Gebru, een Ethiopische vluchteling in Amerika, die een hoge baan kreeg bij Google, maar vorig jaar haar baan kwijt raakte omdat ze een kritisch rapport schreef over vooroordelen in kunstmatige intelligentie. Google werkte toen nog steeds met PageRank, een systeem om websites te ordenen op relevantie. Ze waarschuwde voor het papagaai-effect. Als je KI traint met alle woorden op het internet, krijg je een verknipt beeld van de werkelijkheid. Zij was als persoon van kleur op een KI conferentie en constateert dat er van de 8.500 deelnemers zes van kleur zijn. Dat moest volgens haar gevolgen hebben voor de manier waarop mensen die onze technologie ontwerpen naar de wereld kijken. En zo is dat maar net.

Afgelopen maand richtte Gebru DAIR op, het Distributed artificial intelligence research instituut, dat de ethische kanten van KI onderzoekt. Ze wil mensen niet waarschuwen voor de machines, maar waarschuwen voor de mensen die machines bouwen. Ik zou het zo leuk vinden om nog eens te praten met die jongens van 7/8 jaar geleden die zo zeker van hun zaak waren. dat mis ik nog wel eens van het werk, een beetje sparren met mensen. Morgen lees ik weer een hoofdstuk in Ik weet je wachtwoord (het eerste hoofdstuk ging over wachtwoordbeheer en ik kwam er achter dat een ouderwets boekje zoals ik heb een prima alternatief is voor een app uit de appstore).

Afgelopen week lag het boek van Juli Zeh, Ons soort mensen, in de winkel. Die heb meteen meegenomen om te lezen en wat een heerlijk boek. Franzen kwaliteit staat er op de voorpagina, en daar is niets te veel gezegd. Wat een heerlijk boek. Een spiegel voor deze tijd, waarin stad en platteland tegenover elkaar staan. Maar de karakters zijn onovertroffen. En niet onbelangrijk, er zit behoorlijk wat humor in.

Juli Zeh heeft met ‘Ons soort mensen’ een meesterwerk geschreven. Het lijkt alsof Linda in het paradijs is beland in het dorp Unterleuten. Maar de plattelands-idylle wordt wreed verstoord wanneer een investeringsmaatschappij besluit er een windmolenpark te gaan bouwen.
Twee dorpsgenoten, een belegger en een boer, zijn bereid grond te verkopen voor een paar miljoen euro, maar dat grondgebied is nét te klein. Als Linda ook verkoopt is er wel genoeg plek. In gedachten ziet ze haar droom in vervulling gaan: eigenaar van een manege worden. Ze probeert het onderste uit de kan te halen.
Dan is er nog een doorgewinterde herrieschopper, die alles op alles zet om het windmolenpark tegen te houden. Oude geschillen steken de kop op in het dorp – hoeveel intriges kunnen de bewoners aan?
Juli Zeh ontleedt de personages meesterlijk en met subtiele humor en laat hun ware gezichten zien. ‘Ons soort mensen’ is een bestseller in Duitsland! 

En als dit boek uit is, vanavond weer een flinke bres slaan, ligt er al weer een nieuwe boek klaar van Elizabeth Strout, My name is Lucy Barton. En als dat bevalt is er net een vervolg op dit boek verschenen met de titel Oh William!

An exquisite story of mothers and daughters from the Pulitzer prize-winning author of Olive Kitteridge Lucy is recovering from an operation in a New York hospital when she wakes to find her estranged mother sitting by her bed. They have not seen one another in years. As they talk Lucy finds herself recalling her troubled rural childhood and how it was she eventually arrived in the big city, got married and had children. But this unexpected visit leaves her doubting the life she’s made: wondering what is lost and what has yet to be found.

Read more

Toen ik bijna vijf jaar geleden met dit blog begon was ik van plan om regelmatig over mode te schrijven. Dat is bijna niet gebeurd, volgens mij heb ik maar drie keer over mode geschreven. Mijn interesse was er niet meer zoals voorheen. Vooral de laatste twee jaar met corona is dat wel begrijpelijk. Ik vind het nog steeds leuk om mooie dingen uit vuilnis te vissen of anderen blij te maken met goed gekozen koopjes, maar voor de rest…Van de week kwam er toch iets voorbij dat ik even wil delen, de dood van Virgil Abloh van het modemerk Off-white. Als ik wel eens iets tegenkwam van hem in bladen was het alsof hij precies wist hoe ik er uit zou willen zien. Alles aan zijn mode spreekt me aan, het comfort, de kleurencombinaties, de prints, de humor. Ja, dit is mijn favoriete ontwerper. Een van zijn favoriete prints is het pied-de-cocq-dessin en laat dat nou ook mijn favoriete print zijn. Altijd als iets ik iets tegenkom van deze print moet ik het kopen (uiteraard van de straat of in de kringloop). Ik heb er broeken van truien, een jas, colberts, vesten en sjaals. En ik vergeet er vast nog wel een. Er zijn nog een paar van die prints die altijd weer aanspreken, zoals pied-de-poule, visgraat en paisley. In het artikel in de krant naar aanleiding van zijn dood las ik een interessante uitspraak van hem: de toekomst van de mode is GEEN mode. Kleren zijn nog maar heel even belangrijk. Wat bedoelt hij hier mee, dat zou ik nou heel graag willen weten. Bedoelt hij de dood van de dood van de grote modehuizen, de vervuilende impact van mode, ik heb geen idee. Jammer. Ga ik een keer uitzoeken.

Een man die ook heel graag in krijtstreep of visgraatjasjes rondliep was de wereldberoemd Kim Philby. Ik schreef vorige week over het boek van Ben Macintyre. Een spion onder vrienden. Wat een boek, ik heb het ook weer in een adem uitgelezen. Ik zat gisteren zelfs op youtube te kijken naar zijn beroemde persconferentie waarin hij verklaarde dat hij niet DE DERDE MAN was die ze zochten (CIA, FBI en de Britse geheime dienst). De twee andere Engelsmannen die waren overgelopen naar de Sovjet-Unie waren Burgess en Maclean, twee vrienden van hem. Hij was natuurlijk, bleek achteraf wel de derde man. Philby was zo totaal Engels met zijn pakken, zijn opleiding aan Eton en Oxford, zijn humor dat hij eenvoudigweg niet schuldig kon zijn voor zijn omgeving, het oldboys network. Hij heeft onnoemlijk veel slachtoffers gemaakt en als lezer ben je steeds meer verbijsterd dat hij zo hoog heeft kunnen klimmen in de hiërarchie terwijl alle alarmbellen allang af hadden moeten gaan.

De Koude oorlog zoals hij naar voren komt in dit boek bestaat niet meer, daar is grotendeels een cyberoorlog voor in de plaats gekomen. Alhoewel er hier en daar natuurlijk nog wel Russen opduiken die in het buitenland mensen vergiftigen. Over dat hacken maken zich niet alleen regeringen zorgen maar ook gewone burgers. Ik krijg ook steeds van die vervelende berichten op mijn blog. U wordt gevolgd, hackers kunnen zien wat u doet enz. Ik heb van de week in de bibliotheek het boekje, Ik weet je wachtwoord van Daniel Verlaan, die ik bij RTL4 voorbij zag komen. Misschien dat ik nog wat van op kan steken.

Je koopt iets op Marktplaats en even later wordt je bankrekening geplunderd; je slimme thermostaat is gegijzeld en zolang je niet betaalt blijft het 37 graden in je huis; je gloednieuwe beveiligingscamera zegt opeens ‘suck my dick’ tegen je. Het internet is een wereld vol mogelijkheden – ook voor criminelen. Het zijn griezelige, maar ook verbluffende verhalen. Met gevaren waar je je tegen kunt beschermen. Hoe? Daar weet techjournalist Daniël Verlaan alles van. Hij ging undercover in schimmige netwerken, sprak met de puber die de Nederlandse banken platlegde en zocht uit hoe een kleine arthousebioscoop op grote schaal onze computers gijzelde. Ik weet je wachtwoord wil je niet paranoïde maken, wel minder naïef. Lees de verhalen van Daniël Verlaan en wees voorbereid. Daniël Verlaan (1989) is een van de belangrijkste techjournalisten van het moment. Hij werkt voor RTL Nieuws. Vorig jaar ontving hij de Loep, de prijs voor de beste onderzoeksjournalistiek, en de Tegel, de belangrijkste journalistieke prijs van Nederland. 

En even nog als laatste: lees allemaal De koningen van Shanghai van Jonathan Kaufman. Wat een boek, je wordt er echt wijzer van, ook voor de wereld van nu.

Read more

Al die jaren was, net als velen, mijn blik gericht op Amerika, ik zal wat boeken over Amerika hebben gelezen (De laatste was De val van Amerika van….). Maar sinds China in opkomst is en binnen korte tijd de overmacht zal krijgen over Amerika, was ik geïnteresseerd in het boek van Jonathan Kaufman, De koningen van Shanghai, hoe twee rivaliserende joodse families meebouwden aan het moderne China. En wat ben ik onder de indruk. Iedereen zou dit boek moeten lezen om veel huidige problemen (teruggave van Hongkong en Taiwan, het autoritaire karakter van China) beter te begrijpen. Er stonden zoveel voor mij volstrekt onbekende dingen in, bijvoorbeeld de opvang van bijna 20.000 joden tijdens de Tweede wereldoorlog in Shanghai. Maar wat ik eerder gezegd heb over goede historische boeken schrijven die toch nooit saai worden, vertel het verhaal aan de hand van het lot van individuen, dan wordt het altijd boeiend. Lees de recensie hier beneden maar en je krijgt er zin in, inderdaad een episch boek van nog geen 400 pagina’s. Ik heb het echt in een ruk uitgelezen.

An epic, multigenerational story of two rival dynasties who flourished in Shanghai and Hong Kong as twentieth-century China surged into the modern era, from the Pulitzer Prize-winning journalist Shanghai, 1936. The Cathay Hotel, located on the city’s famous waterfront, is one of the most glamorous in the world. Built by Victor Sassoon–billionaire playboy and scion of the Sassoon dynasty–the hotel hosts a who’s who of global celebrities: Noel Coward has written a draft of Private Lives in his suite and Charlie Chaplin has entertained his wife-to-be. And a few miles away, Mao and the nascent Communist Party have been plotting revolution. By the 1930s, the Sassoons had been doing business in China for a century, rivaled in wealth and influence by only one other dynasty–the Kadoories. These two Jewish families, both originally from Baghdad, stood astride Chinese business and politics for more than 175 years, profiting from the Opium Wars; surviving Japanese occupation; courting Chiang Kai-shek; and losing nearly everything as the Communists swept into power. In The Last Kings of Shanghai, Jonathan Kaufman tells the remarkable history of how these families participated in an economic boom that opened China to the world, but remained blind to the country’s deep inequality and to the political turmoil at their doorsteps. In a story stretching from Baghdad to Hong Kong to Shanghai to London, Kaufman enters the lives and minds of these ambitious men and women to forge a tale of opium smuggling, family rivalry, political intrigue, and survival. The book lays bare the moral compromises of the Kadoories and the Sassoons–and their exceptional foresight, success, and generosity. At the height of World War II, they joined together to rescue and protect eighteen thousand Jewish refugees fleeing Nazism. Though their stay in China started out as a business opportunity, the country became a home they were reluctant to leave, even on the eve of revolution. The lavish buildings they built and the booming businesses they nurtured continue to define Shanghai and Hong Kong to this day. As the United States confronts China’s rise, and China grapples with the pressures of breakneck modernization and global power, the long-hidden odysseys of the Sassoons and the Kadoories hold a key to understanding the present moment.

Omdat we weer in de Lock down (verplaats je zo weinig mogelijk) zitten heb ik vanmiddag tijd om met een ander boeiend boek te beginnen, Een spion onder vrienden Kim Philby, de grootste dubbelagent aller tijden van Ben Macintyre. Het blijft een boeiend fenomeen dat mensen onopgemerkt dubbel levens kunnen leiden.

Een mijlpaal in de geschiedschrijving van de Koude Oorlog, onmisbaar voor liefhebbers van geschiedenis en spionageromans. Ben Macintyre is een Brits historicus, auteur en journalist. Hij publiceert onder meer in The Times en hij maakte documentaires over oorlogsspionage voor de BBC. `Leest als een spionageroman van John le Carré. de Volkskrant ***** `Macintyre schrijft met de ijver en het inzicht van een journalist en de verve van een geboren verhalenverteller. Dit is even goed als John le Carré op zijn best.

Over dubbellevens gesproken, ik heb net bij de bibliotheek ook het nieuwste boek Van Emmanuel Carrere Yoga besteld. Ik heb al drie boeken van Carrere gelezen en was vooral onder de indruk van zijn boek De tegenstander, ook over een man met een dubbelleven. Wat me vooral in de recensie aansprak was dat Carrere tot het inzicht komt dat je nooit in balans kan zijn, alleen tijdelijk, en dat alles je van de sokken kan blazen. Op het hetzelfde moment dat ik dit noteer, schiet me het interview te binnen van de honderdjarige vrouw die vanochtend in de Volkskrant stond. Ze vertelt dat ze tijdens de Lock down zo ontregeld raakte dat ze soms op een ochtend dertien sigaretten rookte (ze had leren roken in de tweede wereldoorlog) Wat een apart detail in een interview. Daar zit zo veel meer achter wat ik graag zou willen weten. Ook heb ik nog het boek liggen van R.C. Sheriff, Twee weken weg. Het zat in de kist op mijn werk en ik werd aangetrokken door de quote van Kazuo Ishiguro op de voorpagina, Een opbeurender roman dan deze kan ik op dit moment niet bedenken.

Een schrijver denkt evenwicht in het leven te hebben gevonden en begint te schrijven aan een boek over yoga, dat hij al meer dan een kwarteeuw beoefent. Maar weldra valt het serene zelfbeeld aan gruzelementen, verschijnen gebreken, leugens en verraad aan de oppervlakte en opent zich een afgrond. Zijn persoonlijk leven, zijn liefdesleven, het maatschappelijk leven (terroristische aanslagen en vluchtelingencrisis) – alles begint te wankelen. En wat als alles een illusie blijkt te zijn? De schrijver belandt in een psychiatrische inrichting in Parijs en wordt behandeld met elektroshocks: als er geen genezing is voor dit kwaad, kan hij altijd nog proberen het te beschrijven.

Read more

Hoe is het mogelijke dat ik twintig keer in Spanje ben geweest en nooit Valencia heb bezocht. Ik zat altijd in de hoek Madrid, Extremadura, Galicië en het zuiden. Nadat Valencia het Calatrava project heeft voltooid (Ciudad de las artes y sciencias) bijna 15 jaar geleden is de belangstelling van de Nederlanders verlegd van Barcelona naar Valencia. En wat een heerlijke stad. De fantastische stranden en door de hele stad als een slang De Jardin De Turia, dat maakt een stad toch veel leefbaarder. Nadat in 1956 de rivier de Turia enorme schade aanrichtte en vele doden eiste werd de rivier verlegd en de oude rivierbedding omgetoverd tot een groot park met veel sportvelden. Iedere Valenciaan kan de stad ontvluchtten en heeft op loopafstand een heerlijk park. Want behalve de Tuin van Turia zijn er door de hele stad nog vele fijne parken. Een enorme attractie was ook de fietsmogelijkheden. Door de hele stad loopt een, afgescheiden van het overijke verkeer, rode lint voor de fietsers. En als je niet wilde fietsen kon je heel goedkoop taxi’s nemen. Ik heb heel wat zitten babbelen met diverse taxichauffeurs. Economisch is de situatie in Spanje nog steeds heel slecht. Een taxichauffeur was voor de crisis van 2008 buschauffeur geweest, een ander treurde over het feit dat zijn dochter in Duitsland was gaan werken en dat hij zijn kleinkinderen niet op zag groeien en Duitsertjes zag worden. Als voorbereiding op de reis had ik, naast het consulteren van een collega die de stad goed kent, het boek van Jan Brokken Stedevaart gelezen, waarin hij zijn bezoek aan Valencia beschrijft.

We hebben ontzetten genoten van de stad en de omgeving (oa Xativa (het mooiste kasteel wat ik ooit heb gezien zie boven) en Albufera met zijn rijstvelden) maar er was toch een rouwrandje aan de reis vanwege ziek en zeer om me heen, waardoor we voor het eerst in 23 jaar met zijn drieën de reis maakten in plaats van met zijn vieren. . Tijdens de reis overleed ook nog een goede vriend, waarvan ik gisteren afscheid heb genomen.

Ik had wel een fantastisch boek mee van Jonathan Franzen, Kruispunt.

Het is 23 december 1971, het weerbericht belooft een witte kerst en ieder lid van de familie Hildebrandt staat op een kruispunt. Vader Russ, hulpprediker van een progressieve kerk in een voorstadje van Chicago, wil zich bevrijden uit zijn liefdeloze huwelijk – zonder te weten dat zijn labiele vrouw Marion met dezelfde gedachte speelt. Hun oudste zoon Clem komt voor de feestdagen naar huis met een beslissing die zijn vader zal verbijsteren. Clems zusje Becky, vanouds de populairste cheerleader op haar school, is onder de bekoring geraakt van de hippiecultuur, en hun puberbroer Perry is het beu om als drugsdealer het geld bijeen te sprokkelen voor zijn eigen verslaving. Iedere Hildebrandt is op zoek naar een beter leven en ziet zich daarin door de anderen gedwarsboomd. Jonathan Franzen wordt al jaren geprezen om zijn onvergetelijke personages en zijn scherpe beeld van het moderne Amerika. Nu, in Kruispunt, tekent hij de generatie die aan de wieg stond van onze hedendaagse dilemma’s. Een tijd waarin alles anders was en toch ook wezenlijk hetzelfde. Met zijn karakteristieke humor en briljante verhaallijnen neemt hij ons vijftig jaar mee terug, naar een wereld waarin we kunnen zien wie we altijd al zijn geweest. Kruispunt is, meer nog dan Franzens vorige romans, een krachttoer van verweven perspectieven, briljante observaties en een constante verhalende spanning. Een radicaal onderzoek naar de menselijke mythe met de familie Hildebrandt, die de politieke, intellectuele en sociale tegenstromen van de afgelopen halve eeuw bezeilt.

Onze boekenclub van aanstaande vrijdag kan opnieuw niet door gaan omdat tijdens mijn vakantie een soort lock down light is in gegaan, dus je mag met niet meer mensen samenkomen dan vier personen. Hermans moet dus maar even wachten. Wat er ook nog op me ligt te wachten is het boek van Jonathan Kaufman, De koningen van Shanghai.; hoe twee rivaliserende joodse families meebouwden aan het moderne China.

Koningen van Shanghai is het even bizarre als overrompelende verhaal over twee joodse families die in de negentiende eeuw uit Bagdad vluchtten en na enige omzwervingen in Shanghai terechtkwamen. Daar werden ze steenrijk met de smokkel van opium, de bouw van onroerend goed en de economische ontwikkeling van de regio. Door toedoen van hun nazaten, Victor Sassoon en Lawrence en Horace Kadoorie, groeide Shanghai binnen enkele jaren uit tot ‘het Parijs van de Oriënt’.
Door de speciale status van Shanghai als Internationale Vestiging zagen deze drie mannen in de jaren dertig van de twintigste eeuw kans 18.000 Europese joden in Shanghai onder te brengen en uit de klauwen van de nazi’s te redden. Ook tijdens de Japanse bezetting bleven deze vluchtelingen ongemoeid. Pas met de overname van Shanghai door de communisten was de rol van de tycoons in Shanghai uitgespeeld. Koningen van Shanghai is een fascinerende geschiedenis over ongehoorde rijkdom en weelde, ontreddering en grote persoonlijke moed.

Read more

Al die boeken die gerecenseerd worden die je wilt lezen, hoe krijg je het voor elkaar? Zeker als er dingen om je heen gebeuren die al je aandacht vragen en waardoor je helemaal uit je concentratie raakt. Daar zal ik niet op ingaan, want te privé. De boeken die ik nu op mijn lijstje heb gezet zijn de nieuwste van Jonathan Franzen Het keerpunt, en Het alles van Dave Eggers. Ik las een half uurtje geleden de recensie van het laatste boek (is het een roman, een pamflet, een essay) en bedacht dat ik dit boek misschien wel kan overslaan omdat ik zelf moet gaan nadenken over hoe ik tegenover de voortschrijdende technologie moet staan. Ik kreeg recentelijk een smartwatch van een vriend cadeau waarop ik mijn slaap kon monitoren, mijn gezondheid kon regelen en ik dacht na een dag, weg er mee!!! Ik slaap prima, ik probeer zo gezond mogelijk te leven en ik wil niet elke wandeling kijken of er wel 10.000 stappen zijn gezet. Ik erger me al aan dat horloge (die die vriend wel draagt) als hij bij een vaste wandeling die we wel eens doen bij 8.000 stappen een piep geeft. Zonder die piep weet ik dat namelijk ook. Gisteren was ik bij mijn oude vriend Anton van 92 op bezoek en die had een bedrijf besteld om zijn Netflix weer te fixen, want die was ineens verdwenen van zijn scherm. De man die het kwam regelen was 72, had 40 jaar bij dat bedrijf gewerkt, maar er was personeel te kort zodat hij weer bijna fulltime aan het werk was. Hij vertelde dat door een software update het Neflix logo was verdwenen. Hij zette de televisie weer op de oude software. Ik vertelde dat mij dat ook regelmatig ook overkwam, door een nieuwe update van de software gebeuren er soms vreemde dingen. We hadden het even over de grote digitale kloof die ontstaat tussen de mensen die de technologie bij kunnen benen en zij die dat niet kunnen (of willen). dat zou een levensgroot probleem worden in de maatschappij volgens die man, en zo is het ook. Hij ging de oude Anton nog even uitleggen wat de geneugten van Youtube zijn, maar ik denk niet dat deze daar veel gebruik van gaat maken. Er is al zoveel keuze op Netflix, hij kan al niet alles kijken wat hem wordt aanbevolen.

Van Franzen had ik net met veel plezier Zuiverheid gelezen en dat was weer een feest. Ook in dit boek weer een familie centraal die allemaal ongelukkig zijn.

Het is 23 december 1971, het weerbericht belooft een witte kerst en ieder lid van de familie Hildebrandt staat op een kruispunt. Vader Russ, hulpprediker van een progressieve kerk in een voorstadje van Chicago, wil zich bevrijden uit zijn liefdeloze huwelijk – zonder te weten dat zijn labiele vrouw Marion met dezelfde gedachte speelt. Hun oudste zoon Clem komt voor de feestdagen naar huis met een beslissing die zijn vader zal verbijsteren. Clems zusje Becky, vanouds de populairste cheerleader op haar school, is onder de bekoring geraakt van de hippiecultuur, en hun puberbroer Perry is het beu om als drugsdealer het geld bijeen te sprokkelen voor zijn eigen verslaving. Iedere Hildebrandt is op zoek naar een beter leven en ziet zich daarin door de anderen gedwarsboomd. Jonathan Franzen wordt al jaren geprezen om zijn onvergetelijke personages en zijn scherpe beeld van het moderne Amerika. Nu, in Kruispunt, tekent hij de generatie die aan de wieg stond van onze hedendaagse dilemma’s. Een tijd waarin alles anders was en toch ook wezenlijk hetzelfde. Met zijn karakteristieke humor en briljante verhaallijnen neemt hij ons vijftig jaar mee terug, naar een wereld waarin we kunnen zien wie we altijd al zijn geweest. Kruispunt is, meer nog dan Franzens vorige romans, een krachttoer van verweven perspectieven, briljante observaties en een constante verhalende spanning. Een radicaal onderzoek naar de menselijke mythe met de familie Hildebrandt, die de politieke, intellectuele en sociale tegenstromen van de afgelopen halve eeuw bezeilt.

Afgelopen week ook een boek gelezen waar ik erg in teleurgesteld was. Het weekend van Charlotte Wood, door de Times uitgeroepen tot Boek van jaar 2020. Ik vond het clichématig, symboliek er te dik bovenop (de zeventigers die de hele tijd een strevende hond om zich heen hebben), de dialogen niet aanspreken. Ik werd er eigenlijk een beetje treurig van, is dit hoe vriendschappen eindigen. Ja, ik denk het wel, maar ik wil liever iets filosofischer.

Een boek dat ik wel met veel plezier aan het lezen ben, dat eindelijk na maanden binnen was gekomen in de bibliotheek, is Het boek De jacht op de barnsteenkamer van Jerker Spits. Heerlijke non-fictie, verpakt in een spannend verhaal, waar je veel van opsteekt.

De communisten en de nazi’s zaten er achteraan, de Stasi maakte er decennialang jacht op, en het is misschien wel het grootste vermiste kunstwerk uit de geschiedenis: de barnsteenkamer. In de achttiende eeuw liet Frederik i van Pruisen een kabinet van kostbaar barnsteen bouwen. Zijn zoon schonk het aan tsaar Peter de Grote, waarna het meer dan twee eeuwen bezoekers van het tsarenrijk bleef verbazen. Na 1945 verdween de kamer spoorloos. Hoe kon dit kunstwerk zomaar in rook opgaan? Jacht op de barnsteenkamer gaat over de hoop en illusies van schatjagers en hun liefde voor kunst. Jerker Spits vertelt over hun speurtochten, die zich afspelen tegen het decor van de twintigste eeuw: de Russische Revolutie, de opkomst van het Derde Rijk, de Duitse deling en de Val van de Muur. En passant behandelt Spits alles wat er over barnsteen te vertellen valt. Toon minder

Read more

Voor het eerst in een vliegtuig na anderhalf jaar corona. Het viel mee. In Nederland een keer coronacheck, In Kroatië drie keer controle. Hoorde net op de radio dat Marokko weer zijn vluchten staakt met Nederland en Duitsland. In Nederland gaat het dus weer helemaal fout, waardoor er weer allerlei belemmeringen met reizen worden opgeworpen. Over ruim twee weken staat er ook nog een weekje Valencia op de agenda, maar als we de komende weken helemaal donkerrood kleuren zou dat nog wel eens een probleem kunnen zijn. Wie had kunnen bedenken dat het allemaal zo lang zou duren. Vorig jaar november zouden we ook naar Valencia maar dat ging uiteraard niet door, dat het een jaar later weer een probleem zou kunnen worden was niet eens bij me opgekomen. Allemaal gevaccineerd toch, nee dus. Ik had me al weer verheugd op een weekje vakantie en had maandag al een paar gidsjes gehaald uit de bibliotheek. Misschien blijft het ook dit keer alleen bij plaatjes kijken op het internet. Omdat ik geen nieuwe titels te melden heb (ik herlees een aantal klassiekers van W.F.Hermans voor de boekenclub), hier een boekentips van al gelezen boeken.

Het is woensdag en dus VPRO-gids dag. Heb weer een aantal goeie tips genoteerd. Ik kwam de afgelopen ook een paar namen tegen van schrijvers waar ik erg van genoten heb, en deze week was dat Giuseppe Tomasi de Lampedusa van het boek De tijgerkat. Over de neerging van de Siciliaanse adel. De documentaire op Arte ging niet specifiek over dit boek, maar over zijn relatie met een rijke adellijke dame.

In 1860 landt Garibaldi bij Marsala om Sicilië in te lijven bij de nieuwe, liberale eenheidsstaat Italië. Het is gedaan met de Bourbons en met de feodaliteit: de platte, berekenende burgerij neemt de macht over. Don Fabrizio, prins van Salina, ziet deze ontwikkeling met lede ogen aan, maar voelt zich machteloos tegenover de geschiedenis en zoekt troost in zijn studie van sterren en planeten. Zijn pupil Tancredi weet zich wel aan te passen aan het nieuwe bestel. Hij kiest de kant van Garibaldi, trouwt met de dochter van een steenrijke dorpsburgemeester en zal een hoge positie bekleden in de nieuwe staat.
De tijgerkat schetst een bedwelmend beeld van Sicilië. Het landschap wordt in geuren en kleuren beschreven en de mensen komen werkelijk tot leven. De beschrijving van de dood van de prins is een van de mooiste sterfscènes van de wereldliteratuur.

Een naam die ik twee weken geleden tegenkwam riep ook veel herinneringen op, die van Dino Buzatti van het boek De komst van de tartaren. Ik schreef daar anderhalf geleden ook al over in het begin van de corona-Lock down. Ik was de afgelopen week in de, hoog op een berg gelegen onneembare vesting Sokol Grad, gebouwd om de Ottomanen en ander gespuis tegen te houden. Vanuit deze positie kon je ieder leger aan zien komen, maar wat moet dat een geestdodende en ellendige baan zijn geweest voor de soldaten die daar gelegerd waren. helemaal de sfeer die Dino Buzatti beschrijft in zijn bijzondere boek.

The role of the fortress changes over time. In addition to its religious function, the prehistoric fortress also protected the inhabitants of the village below it. Ancient Roman and late antiquity Byzantine fortresses had to defend the Konavle region from external enemies and barbarians. In the Middle Ages, Konavle was primarily under the authority of the neighbouring states, although it enjoyed a special political position. Fort Sokol no longer had to defend Konavle from neighbouring rulers because they were already in Konavle. These feudal lords now enforced payments from their lands in Konavle from Sokol. With the arrival of people from Dubrovnik this system changed radically. They oversaw Konavle and managed their revenues from the Rector’s Court in Saint Martin (Pridvorje) and Sokol took on a role similar to that of Justinian’s castrum from the 6th century: the defence of territory acquired from external enemies.

Read more

Dit wordt een hele korte blog. Te veel aan mijn hoofd. Donderdag naar Dubrovnik, easyjet-app doet het niet meer (gelukkig heb ik alle tickets uitgeprint) en zo is er toch weer computerstress. Vanochtend kreeg ik het bestelde pakket van AVG voor mijn beveiliging niet geïnstalleerd. Om horendol van te worden. Maar gewoon die app verwijderen en ouderwets met papieren tickets is ook goed. En even zonder beveiliging maar verder dan.

Een tijd geleden had ik het in een blog over de gevaren van het 5G netwerk dat door China wordt geleverd. Overdreven vonden veel mensen. Maar nadat ik zaterdagavond het boek van Schulte-Nordholt Is China nog te stoppen? heb gelezen ben ik er van overtuigd dat het autoritaire bewind van Xi-Jinping maar een ding wil en dat is macht en liefst over de hele wereld. Maar ik weet ook dat zijn bewind een keer ten einde zal komen. Een fantastisch geschreven boek dat je in een avond kan lezen (125 pagina’s) waarvan je heel veel opsteekt.

Aanvankelijk was China het middelpunt van de coronacrisis. Niet voor lang. Het land was al snel coronavrij en de economie groeit inmiddels weer stevig. De communistische partij greep de crisis aan om de ‘Grote Wedergeboorte van de Chinese Natie’ versneld uit te voeren. In het midden van de 21ste eeuw moet China een perfect draaiende eenpartijstaat zijn die economisch, militair en vooral technologisch zijn gelijke niet kent. Deze wezenlijke bedreiging voor de democratische wereld wordt niet goed onderkend – met name niet door Europa.
In Is China nog te stoppen? legt Henk Schulte Nordholt uit wat de communistische partij drijft, hoe zij de macht van het land versterkt en wat onze reactie zou moeten zijn. Zijn slotakkoord is hoopvol: Xi Jinping gaat er niet in slagen het land blijvend naar zijn hand te zetten.

Verder afgelopen week begonnen in Onder professoren van Willem Frederik Hermans voor de volgende boekenclub en ik zat meteen weer te schateren.

Voor in mijn tas heb ik Dwarsligger nummer 188 Nathan Englander’s Het ministerie van buitengewone zaken.

Het ministerie van Buitengewone Zaken is het verbijsterende en nog niet eerder vertelde verhaal van de Joodse gemeenschap in Buenos Aires, aan de vooravond van de militaire coup. Kaddisj Poznan verdient zijn geld met het wissen van Joodse grafteksten, om de achtergrond te verhullen van diegenen die onder het huidige regime zoveel te vrezen hebben. Wanneer zijn zoon Pato plotseling ‘verdwijnt’, volgt een absurde, kafkaëske dwaaltocht door de duistere krochten van het ministerie van Buitengewone Zaken. Nathan Englander (1970) is geboren in New York en woonde in Jeruzalem en Buenos Aires. Hij debuteerde met de verhalenbundel Verlost van vleselijke verlangens. In juni 2012 verscheen zijn langverwachte verhalenbundel 

Read more

Vorige week maandag las ik in de Volkskrant dat redelijk digitale ouderen massaal afhaken door het verplicht installeren van de QR-code. Waarschijnlijk vaak door verouderde smartphones. Diezelfde maandag heb ik voor het eerst in tijden extreme computerstress ervaren doordat ik mijn bevestigingsmail van mijn boeking naar Dubrovnik niet had toegestuurd gekregen. Nabellen bij Easyjet werd bijna een nachtmerrie. Ik kreeg twee keer na drie kwartier in de wacht te hebben gestaan onwillige jonge mannen aan de lijn die veel te snel en onduidelijk praatten, eisten dat ik mijn naam met het Engelse alfabet ging spellen (lost in translation) en me vervolgens niet in het systeem konden vinden. Als het met de computer niet lukt laat ik soms een dag voorbij gaan en probeer het daarna opnieuw. Woensdag kreeg ik 1 minuut over 9 een vriendelijke Nederlandse mevrouw aan de lijn die me binnen twee minuten had gevonden. Ik bleek een typefout te hebben gemaakt in mijn mailadres, maar mijn boekingscode (waarom werkte dat met die jongens niet?) bood uitkomst. Niets aan de hand, ik kreeg een nieuwe manier om in te loggen en werd weer wat rustiger. Klantvriendelijkheid noemen we dat. Omdat ik ook nog formulieren moest invullen voor het binnengaan van Kroatië wat me ook niet meteen lukte (ik kreeg het steeds terug omdat gegevens niet klopte) werd ik kwaad op mezelf. Opnieuw proberen en nu rustiger lukte het de tweede keer wel. Ik merk ook dat het helpt dat je van te voren alles bij de hand hebt (paspoortnummer, QR-code foto enz) om formulieren in te vullen. De afbeelding hieronder geeft aan dat niet alleen ouderen stress ervaren. In het Volkskrant artikel werd melding gemaakt van het feit dat ook veel mensen tussen 40 en 60 vaak stress ervaren bij de computer.

In de loop van de week kreeg ik een paar keer in gesprekken met diverse mensen hetzelfde verhaal te horen. Een familielid had bij het boeken van een reis maar op de annuleringsknop gedrukt vanwege de verplichte PCR-test om in te reizen maar was vervolgens zijn geld kwijt. Een ander familielid (vijftiger) had in een nieuwe baan zoveel computerstress dat het het werkplezier in de weg stond. Een andere vriendin had ineens al twee dagen helemaal geen internet meer ondanks de hulp van het telecom bedrijf, terwijl ze van alles moest regelen digitaal. Weer een ander wilde mijn hulp inschakelen voor het inreizen naar India. Omdat ik nu het traject heb doorlopen zie ik daar niet meer tegen op. Ik wil perse bijblijven om andere te helpen. Ik bedacht na al die berichten dat de oudjes waarschijnlijk massaal gaan afhaken bij het reizen en dat bleek te kloppen. Ik hoorde namelijk op de radio dat men pas in 2024 weer verwacht dat het reisniveau op het peil zit van voor de coronacrisis. Ik denk dan meteen, hoe kunnen jullie dat nou weten als je de klimaatplannen van Europa bekijkt. Kunnen we nog wel doorgaan met dat intensieve vliegverkeer, wordt het niet te duur, of krijgen we niet allemaal restricties ten aanzien van te maken reizen. Gaat het zakenverkeer niet nog veel verder inkrimpen.

Ik las in het Volkskrant artikel ook dat de diensten die in 2000 in de bibliotheek waren opgezet na een aantal jaren werd opgeheven omdat iedereen zich wel langzamerhand kon redden. Zoals we allemaal hebben kunnen zien op de spotjes op televisie is de dienst digitale overheid weer in ere hersteld en dat is heel hard nodig. Ik kan me ook nog herinneren dat mijn collega’s zaten de wachten op klanten die niet kwamen. Nou dan maar opheffen.

Al met al is er bijna niets gekomen van eens even lekker ontspannen lezen. Gisteren heb ik het boek van Rodaan Al Galidi Hoe ik talent voor het leven kreeg maar weer eens te voorschijn gehaald. Ik had dat boek maar voor de helft gelezen maar was van plan om het nog eens een keer uit te lezen. Als je denkt dat je het moeilijk hebt in het leven helpt zo’n boek enorm om dingen te relativeren. Wat een veerkracht en wat ga je je schamen voor al je kleine problemen. En ook een boek dat iedere beleidsmaker zou moeten lezen.

Semmier Kariem vlucht uit Irak. Zeven jaar van honger, verdwalen en angst later landt hij op elf februari om negen uur – of was het om elf uur op negen februari – op Schiphol. In de chaos van die eerste dagen in Nederland kan hij zich het precieze tijdstip niet meer herinneren. Hij vraagt asiel aan. Wat hij niet weet is dat hiermee het langste wachten van zijn leven begint, in het asielzoekerscentrum, een wachtkamer die hij deelt met vijfhonderd anderen. Intussen bestudeert Semmier het land waarvan hij misschien ooit deel mag uitmaken, maar ook al verblijft hij er nu, hij blijft een buitenstaander. Hoe ik talent voor het leven kreeg is een roman over mensen die zijn onderworpen aan wetten en regels. Allemaal wachten ze, vaak jarenlang, tot hun leven opnieuw kan beginnen, en dat doen ze op hun eigen manier – de een al wat lijdzamer dan de ander.

‘”Het AZC,” schrijft Al Galidi, “is een graf waarin de tijd van een paar honderd mensen begraven ligt.” Voor dat graf richtte hij een aangrijpend monument op, dat tegelijk een aanklacht en een spiegel is. 

Read more