Boekentips

Ik had er nog wel zo’n zin in, Het leven in tijden van vrede van Francesco Pecoraro. Het zat zowaar in een boekenkist, terwijl het net nieuw is en ik er al een tijdje op zat te wachten bij de bibliotheek. Ik begon er gisteren in trein aan en ondanks dat ik er de kwaliteiten van zag ging het me gedurende de reis steeds meer tegen staan. Een zeventiger die terugblikt op zijn leven en zwartgallig commentaar geeft op het moderne leven.  Ik liet het even zien aan mijn vriendin die al vijentwintig jaar boeken vertaald vanuit het Spaans en die schoof het al na een zin terzijde omdat hij niet logisch was, of niet klopte.

Even snel op Hebban gekeken naar een recensie en zie daar  de termen langdradig (inderdaad!, hij zeurt maar door over bepaalde zaken), onrustig (ook heel waar, het schiet heen en weer) voorbij komen. De Volkskrant heeft het over ‘even doorbijten’ als de man  met het IMS syndroom (Irritable male syndrom) zich de eerste 150 pagina’s voorstelt. Ik heb er duidelijk geen zin in, de tijd die ik heb om te lezen wil ik niet aan deze man besteden, ondanks een vaag gevoel dat ik wat ga missen omdat ze het maar steeds hebben over een grootse roman en het daverende vergezicht dat Ivo Brandani, de hoofdpersoon  ons na 500 bladzijden zal gunnen.

Vanavond ga ik beginnen aan Klont van Maxim Februari, waarvan ik in 2007 het boek De literaire kring las (toen Maxim nog Marjolein heette) waar ik van onder de indruk was.

Read more

Tien jaar geleden werd ik opgebeld door de hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer Xandra Schutte. Of ik wilde overwegen een abonnement op De Groene te nemen, want het opinieweekblad verkeerde in zwaar weer en dreigde ten onder te gaan. Ondanks mijn iets slechtere financiële situatie (ik was minder gaan werken vanwege een ietwat verstoorde arbeidsrelatie) heb ik meteen ja gezegd. Ik was dat jaar daarvoor begonnen met het schrijven van artikelen voor Bibliotheekblad (later blogs voor de digitale variant) en gebruikte in mijn artikelen veelvuldig kwaliteitsartikelen uit De groene. Ik nam aan dat dat ook de reden was dat ze mij daarom belden. Ik onderken het grote belang van goede onderzoeksjournalistiek en doe daarvoor ook elk jaar een donatie met Kerst.

Tien jaar later verheug ik me nog steeds elke donderdag op De Groene. Ik heb net weer het nieuwste nummer binnen en heb al weer diverse artikelen gelezen; de boekrecensie van Christiaan Weijts over De idealisten van Louise Fresco (kreeg ik veel zin in),  de filmrecensie van Gawie Keyser over Three Billboards outside Ebbing (daar ga ik zaterdag naar toe) en Lievelingsboef (Willem Holleeder)  van Margreet Fogteloo (ik heb net Judas gelezen van Astrid Holleeder).

De rest bewaar ik voor morgen. Ik wil nog graag lezen Platformrevolutie van Jaap Tielbeke (techgiganten maken de dienst uit in de wereld), Kapitaal-Arbeid:4-0, een onderzoek van Mirjam de Rijke. Maar ik begin altijd met het tweewekelijkse  artikel van Ewald Engelen. Dit keer over de oorzaken van de ondergang van de PVDA, met als titel Links Narcisme. Heerlijk die woede elke keer over al het onrecht dat plaats vindt in de wereld. Dat hebben we nodig om onze frustraties wat lucht te geven.

Terzijde; behalve een abonnement op De Groene, heb ik toegang tot Blendle, een abonnement op De Volkskrant, krijg ik vaak De Elsevier van een vriend en volg ik een aantal websites voor boekrecensies, zoals Hebban, Goodreads, Buzzfeed books, en VPRO-boeken. Ik zou graag Trouw nemen voor de boekrecensies, maar dan kom ik niet meer aan gewoon lezen toe.

Read more

Globalisering iets van de 21e eeuw? , lees dan Frankopan er maar eens op na met zijn boek De Zijderoutes. In de Volkskrant van 27 januari 2018 lees ik over Paragistan, het multimediaproject waarin de Amerikaanse schrijver Parag Khanna zijn volgers meeneemt naar de pleisterplaatsen van de mondiale elite. Zijn bekendste boek is Connectography, mapping the future of Global Civilisation, waarin hij schrijft dat landen strijden om infrastructuur die toegang biedt tot grondstoffen en markten.

De grote winnaar van deze nieuwe Great Game is China, dat met zijn programma “Een gordel, Een weg” bezig is de wereld te veroveren, want die infrastructuur van spoorlijnen, pijpleidingen en internetkabels omvat drie continenten, 2/3e van de wereldbevolking, en 1/3e van de wereldwijde BNP. China dwingt buurlanden ook samen te werken aan infrastructuur en dat bevordert de opkomst van de interconnected supply chain world.

Volgens Khanna is negenennegentig procent van de wereldbevolking dol op globalisering , moeten we leven in een wereld waarin massamigratie de norm is en zullen steeds meer mensen deel uitmaken van een voortdurend rondtrekkend wereldwijd arbeidsleger. Prikkelende ideeën, maar ze verschillen niet eens veel van de wereld die Frankopan beschrijft in zijn Zijderoutes. Waar infrastructuur wordt aangelegd, profiteert iedereen daarvan.

Connectiviteit zal ons redden. Omdat het een wereldgemeenschap creëert. Iets raakt ons pas als we er een band mee hebben. Daar heeft Khanna een punt. Ik las ook deze week in dezelfde krant dat Millenials  veel meer bezig zijn met ethisch ondernemen en sociaal ondernemerschap. Voor veel jongeren is het een morele zaak waar ze werken, winkelen of investeren. CEO’s schijnen daar al rekening mee te houden. Bedrijven verliezen de strijd om jong talent als ze hier geen rekening mee houden. Dat lijkt me helemaal passen in de ideeën van Khanna. Zijn  nieuwste boek: technocracy in America; rise of the Info-State (2017).

Read more

Maandag ben ik begonnen in het door DWDD tot boek van 2015 verkozen De zijderoutes; een nieuwe wereldgeschiedenis van Peter Frankopan. In mei ga ik drie weken naar Oezbekistan, dat met steden als Samarkand en Buchara, in de zijderoutes een belangrijke rol speelden. Omdat ik een paar keer aan  mensen die veel reisden had gevraagd wat zij als het meest bijzondere hadden ervaren, als antwoord kreeg, Oezbekistan, stond dat al heel lang op mijn verlanglijstje. Nu is het bijna zover.

Als twintiger had ik steden als Sevilla, Granada (een vrijwel verlaten Alhambra!) en Cordoba bezocht en voor mijn gevoel nog nooit zoiets moois gezien qua architectuur.  De steden in Oezbekistan schijnen deze steden qua architectuur nog te overtreffen.

Wat ik wel natuurlijk wist was Oezbekistan niet aan de rand van de beschaving lag maar er behoorlijkmiddenin. In deze streken ontstond de beschaving, de hof van Eden was de vruchtbare streek tussen de Eufraat en de Tigris.  De streek ook waar de grote wereldreligies zijn ontsproten, waar wegen werden aangelegd  als centrale zenuwstelsel om mensen en plaatsen te verbinden. Maar ik lees in Frankopan ook dingen die ik nog niet wist en die me verbaasden.

In de 4e eeuw brak er een periode aan waarin het milieu veranderingen onderging. In Europa kwam dat tot uiting in een zeespiegelstijging en in een uitbraak van malaria in het Noordzeegebied, in een gewijzigde vegetatie op de steppen en van andere patronen in de gletsjerverschuivingen in het Tiensjan-gebergte; er was sprake van een fundamentele, wereldwijde klimaatverandering. In een brief van een koopman kun je lezen dat voedselgebrek en hongersnood een zware tol hadden geëist. Het waren apocalyptische toestanden. De Hunnen verdreven alle andere stammen en tussen 350 en 360 vond een grote volksverhuizing plaats doordat een aantal stammen naar het Westen werden verjaagd. Door de klimaatverandering ontstond een felle concurrentiestrijd om de bestaansmiddelen (!). Perzië en Rome sloten in die tijd een alliantie om de Hunnen terug te drijven.

In het hoofdstuk De route naar een christelijke ‘oost’, is er in de 7e eeuw in Azië sprake van een zegetocht van het christendom, ten koste van het zoroastrisme (Iran), het jodendom (midden Oosten) en het boeddhisme (India) als er een vernietigende oorlog uitbreekt die de belangrijkste religies ondermijnt en kansen biedt aan een nieuwkomer, de islam. Frankopan spreekt er over ‘alsof internet werd losgelaten op de oudheid; op slag dreigde een nieuwe stroom ideeën, theorieën en trends de bestaande orde te ontregelen en te profiteren van de netwerken die in de loop der eeuwen was ontstaan.’ Vanavond verder in het hoofdstuk De route naar revolutie.

Read more

Ik zat afgelopen zondagmiddag naar Buitenhof te kijken naar Viktor-Mayer Schonberger over zijn boek De data-economie. De belangrijkste boodschap, niet geld (banken, multinationals), maar data zijn het nieuwe goud van de economie. Hij deed uitspraken die ik zo moeilijk te bevatten vond dat ik toch maar eens kijk of ik dat boek te pakken kan krijgen. Zoals dat pensioenen binnenkort verleden tijd zijn.

Hij sprak ook over het bedrijf Stitch Fix, een modebedrijf voor mensen (ook mannen) die geen tijd hebben om kleding te kopen. Ik ben daar eens gaan rondneuzen en verbaasd dat dat al zo’n grote vlucht heeft genomen. Als je deelneemt krijg je op basis van een uitgebreid ingevuld profiel maandelijks vijf mode-items toegestuurd (gemiddelde prijs 55 dollar) die ook weer teruggestuurd kunnen worden als ze niet voldoen aan je smaak. Je betaald ook nog 20 dollar per fix, dus ben je per maand, als je niets terugstuurt, 300 dollar kwijt, en op jaarbasis 3600 dollar. https://www.stitchfix.com/women

Ik heb een paar jaar bijgehouden wat ik aan kleding uitgeef, dat was 600 euro. Waarbij aangetekend moet worden dat ik alleen tweedehands of in de uitverkoop koop. Ik koop ook kleding voor mensen die geen geld hebben (mannen) of die wat extra kleding voor bijna niets altijd leuk vinden (vrouwen) Het Nibud rekent voor een compleet pakket voor kinderen rond de 50 euro, dat is dus 600 per jaar. Voor volwassenen zal dat wat meer zijn. Heel wat minder dan Stitch Fix je wil verkopen. Jaarlijks verkoop ik kleding op de straatrommelmarkt voor ongeveer 500 euro, en voor 500 euro in de tweedehandswinkel Pinokkio en op United Wardrobe. Ik verdien dus aan mijn hobby in plaats van dat mijn hobby geld kost. Toch mooi meegenomen.

Read more

Zaterdag in de trein naar Deventer ruim vijf uur de tijd om het boek Een trouwe vrouw van Jane Gardam uit te lezen, waar ik de avond daarvoor aan was begonnen. Een paar maanden daarvoor had ik al het eerste deel van de trilogie over Raj-wezen, Een onberispelijke man, gelezen. Raj-wezen zijn kinderen van Britten die in het koloniale Engeland posten in Azië vervulden, die hun kinderen op vierjarige leeftijd terug stuurden naar Engeland voor hun opleiding,  waar ze letterlijk verweesd raakten. In deze trilogie belicht ze een huwelijk vanuit drie posities, de man (Edward), de vrouw (Betty) en de buitenstaander (Terry) waarmee de vrouw een keer overspel pleegt. Het verhaal speelt zich af in Hongkong en Engeland (pensioen).

Waarom is die Jane Gardam toch zo goed? Al lezen ga je je steeds meer dingen realiseren en afvragen. Twee levens die zo met elkaar verweven zijn en toch lijkt het alsof je over twee verschillende levens leest. Een misstap beheerst bijna altijd een heel leven. Is een leven zonder liefde of passie is een gemankeerd leven? Is trouw niet hetzelfde als liefde? De eerste vier jaar van een leven zijn cruciaal voor de rest van je leven.En ga zo maar door.

Ik heb nog deel drie van de troligie, Laatste vrienden, te goed. Daarin het verhaal van de tegenpool en opponent van Edward Feathers (rechter), Terry Veneering (advocaat). Ik vond het wel een zwakte van Een trouwe vrouw dat niet duidelijk werd wat de magnetische kracht was van Terry Veneering, de man waar Betty overspel mee pleegt als een willoze puber en waar ze haar hele leven naar blijft smachten. Aan het einde van het boek is hij niet meer dan een kalend oud mannetje, terwijl Edward nog steeds een statige oude man is, onberispelijk gekleed, een echte Engelsman. De passie van Edward zat aan de buitenkant, die van Terry aan de binnenkant, zo iets maak ik er uit op.

Read more

Ik krijg in de boekenafdeling regelmatig mensen die alle delen van het prive-domein van de Arbeiderspers verzamelen. Ik houd deze apart voor deze klanten, maar van de week nam ik er een mee omdat de titel me aan sprak. Het ging om deel 199 Bergman De tijd te lijf. Want dat is wat veel pensionado’s als ze veel hebben gewerkt overvalt, hoe ga ik de rest van mijn tijd vullen. Je moet de tijd te lijf.

Ik zat regelmatig te lachen tijdens het lezen. Wat een ontdekking die Aart Kok (Bergman). Het boek staat helemaal vol met aforismen over de tijd en begint meteen met een mooie “Tijd, een doorlopende filmvoorstelling zonder scenario”. Terwijl ik zelf nogal opgewekt van humeur ben, kan ik genieten van schrijvers die (met veel humor) alleen maar somberheid over je heen storten zoals Bergman (die bekend is geworden als dichter!). Het boek is verdeeld in een aantal thema’s als geboorteschreeuw, Ouderhuis, Kralingen, met allerlei korte fragmenten zonder verdere structuur en is heel geschikt om er af en toe een paar bladzijden in te lezen.

Ik heb de afgelopen jaren diverse keren keren de uitspraak ……als ik met pensioen ben dan….gehoord. Dan ging het soms over reizen, maar ook een paar keer over lezen (ga ik alle belangrijke filosofen lezen, dan ga ik me verdiepen in het soefisme). Ik heb er zelf ook last van dat ik een structuur wil aanbrengen in mijn leesgedrag. Jarenlang boeken recenseren voor RTVNH en adviezen geven aan klanten van de bibliotheek hebben van mij een lezer gemaakt zonder specialisme (ik ken Proust kenners, Roth kenners, Almudena Grandes kenners). Ik heb wel een paar schrijvers die ik meteen lees als er een nieuw boek van uitkomt zoals Houellebecq, Lanoye, maar daar houdt het op.

Het verbindende element van al die favoriete schrijvers is de humor en het absurdisme (Reve staat bij mij op nummer 1) en dat komt ook bij Bergman weer te voor schijn. Er zit geen enkele logica achter het bestaan, dus probeer dat er ook niet in te leggen.

Ik ga nog wel alle boeken bespreken die mijn leven hebben veranderd, want dat zijn er niet zo veel. Alvast een paar titels: Carlos Fuentes, De dood van Artemio Cruz, Kobo Abe, De vrouw in het zand, Kenzeburo Oe Het eigen lot, Masaaki Imai Kaizen, Fjodor Dostojevski De gebroeders Karamazov, Gerard Reve Op weg naar het einde en Nader tot u, Albert Camus, en nog wat schrijvers die me nu ontschieten.

Ik eindig met een paar mooie uitspraken uit een dagboek dat ik regelmatig bijhoud:

“literatuur beschermt ons tegen overmoed”

“pas door schrijven word je vertrouwd met je eigen gedachten”

Read more

Ik ben gisteren weer begonnen aan een boek waar ik halverwege in was gestopt, het vuistdikke Het ijzig Hart van Almudena Grandes (2010)Een lezer in mijn omgeving was er helemaal weg van en omdat ik van 1982 tot 1987 Spaans studeerde interesseert het thema mij meer dan gemiddeld. Het ijzig hart gaat over de gevolgen van de Spaanse Burgeroorlog in de levens van de twee gezinnen die met elkaar zijn verweven. Daarover schrijven was lang taboe, maar er is een nieuwe generatie Spaanse schrijvers die in het verleden is gedoken van deze traumatische periode van de Spaanse geschiedenis.

Grandes schrijft prachtig, heeft zich grondig verdiept in de geschiedenis (veel gebeurtenissen in het boek zijn gebaseerd op waargebeurde dingen), ze weet heden en verleden op een mooie manier door elkaar te vlechten en toch zijn er een paar dingen die me storen in haar boek. Zo treedt ze vaak op als alwetende verteller die een personage waarschuwt dat hem/haar iets vreselijks gaat overkomen …..hij wist nog niet…zij had niet kunnen weten dat binnenkort…. Dat haalt de vaart uit een boek. Ook de liefdesgeschiedenis van de hoofdpersoon, die na de dood van zijn vader op zoek gaat naar zijn verleden, met de jonge minnares van zijn vader, die als teruggekeerde balling uit Frankrijk wel alles weet van haar familiegeschiedenis haalt de vaart uit het verhaal.

Toen ik het halverwege had weggelegd bleek ik het toch niet van me af te kunnen zetten omdat je wilt weten hoe gebeurtenissen zich gaan ontwikkelen. Dat betekent dat Grandes toch een geweldige verhalenverteller is. Recentelijk las ik ook van Bernardo Atxaga De zoon van de accordeonist (2005). Ook een prachtig boek met hetzelfde thema dat zich afspeelt in Baskenland. En ook hier een minpuntje wat betreft het verknopen van heden en verleden. Ik had het al weggelegd, ging op advies van een lezer toch door en werd rijkelijk beloond. Misschien zou een goede redacteur wonderen kunnen verrichten, daar schijnt de laatste decennia flink op te worden bezuinigd.

Read more

Op advies van een veellezer die ik op mijn boekenafdeling tegenkwam ben ik toch gisteravond begonnen aan Judas; een familiekroniek van Astrid Holleeder. In principe ben ik niet geïnteresseerd in een dergelijk boek omdat er al zoveel over bekend. Na een avond lezen vond ik het wel weer genoeg, maar er zijn wel een aantal overeenkomsten met het boek dat ik vorige week las.

De verwoestende uitwerking op een leven van verraad door een persoon die je het meeste na staat. In het boek van Stegner, De fundamenten van ons leven, is er ook sprake van verraad tussen de echtelieden (de vrouw, niet de man!!) en de weerklank daarvan in de rest van hun huwelijk dat nog veertig jaar duurde omdat scheiden geen optie was. Bij Astrid Holleeder zie je ook de worsteling van een zus die haar broer niet wil verraden vanwege de loyaliteit die de familie vereist. Omdat de dreiging ook haar leven aantast, kan ze op een gegeven moment niet anders.

Of mensen nog met elkaar door kunnen hangt vaak samen met de omvang van het verraad. Het boek van Stegner is gebaseerd op het de briefwisseling van de destijds vrij beroemde illustratrice en schrijfster Mary Hallock Foote met een vriendin. Daarin wordt gewag gemaakt van een aanbidder, zonder dat er van een verhouding sprake was. Maar overspel in de geest was rond die tijd net zo erg als echt overspel. Dat beide vrouwen  door die worsteling ook de behoefte hebben daarover te schrijven lijkt me ook een overeenkomst.

Maar ik laat Astrid worstelen met haar broer en ga morgen verder in Quadriga; een eindspel van F. Springer, over een journalist die in 1998 een werkbezoek brengt aan Oost-Berlijn en daar als een blok valt voor de gids die hem begeleidt. Ik heb meer zin in de heerlijk lichte toon, de humor en de melancholie van Springer dan in de beklemming van een boek als Judas.

Read more

Af en toe heb ik veel zin in een dik boek, vooral in de winter. Degene die ik nu bijna uit heb heeft over de 700 pagina’s en voldoet ook aan een andere voorwaarde, namelijk dat het een aantal sombere weken een andere kleur geeft. Het boek werd al in 1971 geschreven, kreeg de Pulitzerprijs voor Literatuur en werd in 1998 opgenomen in de lijst 100 beste Engelstalige boeken van de twintigste eeuw. Ik heb het over Wallace Stegner De fundamenten van ons leven.

Bij de recensies kwam ik verschillende keren het woord saai tegen, een woord dat ik absoluut niet kon rijmen met dit boek, waarin een gepensioneerde hoogleraar met een botziekte in het huis van zijn grootouders haar leven reconstrueert aan de hand van haar brieven. Het boek speelt zich af in de tweede helft van de 19e eeuw als de grootmoeder (een quaker van de Oostkust met goed opleiding) haar man (ingenieur) volgt naar het ‘wilde westen’ om daar een aantal mijnen in kaart te brengen en te ontginnen.

Voor mij was het vooral een boek over de botsing tussen twee werelden, de stad en het platteland die nog steeds een rol speelt. De grootvader, goudeerlijk, delft het onderspit in de strijd om geld en aanzien (patenten niet aanvragen op uitvindingen), zij eindigt teleurgesteld (ondanks een succesvolle carrière als tekenaar en schrijfster over de wereld waarin ze belandt) over de status die ze zoekt maar die niet komt. Elke keer weer teleurstelling op teleurstelling, maar opgeven is geen optie. Ik heb er van genoten. Dat de kleinzoon tussendoor ook nog wat over zijn frustraties in het leven wil ventileren, heb ik maar op de koop toegenomen.

Read more