Boekentips

Ik moet iets uitleggen over de naam van het land Iran, dat toen ik jong was Perzië heette. Het Iraanse Plateau werd bewoond door Iraanse (edel, nobel, goed) volken, als tegengesteld aan volken van Toeranische (buitenlanders of barbaren) afkomst. Toen deze volken in contact kwamen met de Grieken werden ze gedomineerd door een groep die uit de streek Pars (Fars) stamde. Daarom noemde het Westen het rijk van de Iraniërs Parsae. De Iraniërs zelf noemden zich eeuwenlang Perzen en Perzisch werd de term voor de schrijftaal die de meeste Iraniërs gebruikten. De Arabieren die in de 7e na Christus het land zouden islamiseren noemden het land Faris. De Perzen voelden zich altijd onderdeel van een Iraanse etnische en culturele eenheid, maar pas in 1935 besloot de heerser Reza Pahlavi dat zijn land voortaan internationaal bekend moest staan als Iran in plaats van Perzië. Volgens Reza moest het land zijn illustere pre-islamitische erkennen en herwaarderen, ten koste van de islamitische religieuze identiteit, die 1200 jaar lang een kenmerkend en fundamenteel element van Perzië/Iran was geweest. Vanaf dat moment was de naam Perzië synoniem voor een land dat alleen in Duizend-en-een-nacht bestaat en of ongeneeslijke romantici op zoek naar Ali baba. (Anna Vanzan: Perzië, geschiedenis en cultuurschatten van een oude beschaving).

Maar doordat de korte dynastie van d Pahlavi omver werd geworpen en de islamitische republiek Iran werd uitgeroepen, kreeg het land internationaal de reputatie van een broeinest van intolerantie en religieus fanatisme en werd het woord Iran verbonden met islamitische terroristische bewegingen. de Iraniërs die het land ontvluchtten begonnen zich weer met de term ‘Perzen’ te identificeren, omdat het woord Iraniër synoniem aan ‘terrorist’was geworden. De naam werd zo politiek geladen dat tegenstanders van het regime hun kinderen Darius of Cyrus  gingen noemen naar de Achaemenidische keizers.  De Pahlavi’s hadden de ruinesteden Persepolis en Pasargade weer op de kaart gezet om het verleden te verheerlijken, daarna dreigden ze weer in de vergetelheid te raken omdat de islamitische machthebbers alleen de islamitische monumenten restaureerden.

Gelukkig is er nu ook van die kant interesse voor de geraffineerde levensstijl van de periode tussen de 6e eeuw voor Christus en de 7e eeuw na Christus. De Achaemeniden en de Sassaniden heersten over een enorm gebied van Mesopotamië tot Transoxanie en van de Egeïsche zee tot het Indiase subcontinent. Na de islamisering wisten de Iraniërs op de hoogvlakte hun unieke identiteit te bewaren doordat hun grondgebied was omgeven door woestijnen en bergketens.

Nog even de volgorde:

  • 9e tot de 6e eeuw voor Christus Meden (grote invloed op Achaemeniden)
  • 6e tot 3e eeuw voor Christus Achaemeniden (Cyrus, Darius)
  • 3e eeuw voor Christus Alexander de Grote
  • 3e eeuw voor Christus tot 3e eeuw na Christus Parten
  • 3e eeuw na Christus tot 6e eeuw na Christus Sasaniden (Zoroastrisme werd staatsgodsdienst)
  • 6e eeuw na Christus tot nu Arabieren, islam wordt staatsgodsdienst
  • 1925 tot 1979 Pahlavi dynastie (gebruikten Faravahar, de wijze oude man in het symbool van de Zoroasters om de natei Iran te vertegenwoordigen)

 

Read more

Ik durf het bijna niet te zeggen, maar twee dagen nadat ik terug was uit Iran heb ik een safari van 10 dagen naar Kenia geboekt samen met mijn zoon Thomas. Hij is door omstandigheden al tien jaar niet op vakantie geweest en we hebben zitten bedenken wat we allebei leuk zouden vinden (hij heeft niet zo snel een vriend die mee kan). We hebben de afgelopen vier jaar heel veel BBC natuurdocumentaires gekeken en het leek mij een goed idee om een safari te doen. We gaan naar Mombassa en vandaar naar een aantal parken en we slapen ook twee nachten in een safarikamp. Ik hoor van diverse mensen om me heen dat een safarivakantie een van de mooiste ervaringen was.

Ruim een week na Iran heb je al weer het idee dat je wordt opgeslokt door werk, sociale verplichtingen en feestjes. Na mijn vakantie kwam ik een vrouw tegen die twee jaar geleden verhuisd is naar Iran, nadat ze verliefd werd op een gids. Ze woont in Shiraz en nodigde me uit om in mei naar Iran te komen om de zuidelijke route te doen, de plaatsen waar ik nog niet ben geweest. Misschien gaat dat er wel van komen, want Tanja, mijn reismaatje naar Oezbekistan wilde heel graag ook naar Iran. Ik sta er voor open.

Maar vooruit, ook nog even over de boeken die ik de afgelopen week in mijn handen heb gehad (en soms al helemaal heb gelezen). Ik heb veel plezier beleefd aan Goed volk van Teun van der keuken. Die linkse, intellectuele ouders (zijn vader was de bekende filmmaker Johan van der Keuken) die een statement willen maken door Teun op een echte Amsterdamse volksschool te doen, waardoor hij totaal uit de toon valt. Zijn vader die een erfenis weigert omdat het geld naar de armen moet gaan, waarop zijn vrouw zegt,’ maar wij hadden van de week toch ook een deurwaarder aan de deur’. Met Teun komt het gelukkig toch nog goed op die school, hij gaat uit stelen, gaat flink blowen en weet zich zo uiteindelijk toch in te vechten in dat milieu. Het zal hem zeker hebben geholpen in zijn latere carrière als journalist van Keuringsdienst van waarde. Je zou hem nu een waardige opvolger van zijn vader kunnen noemen met al die misstanden die hij aan het licht brengt met het programma de Monitor. Behalve dat hij zelf zegt dat hij alles wat hij doet met een grote dosis humor probeert te doen, juist omdat hij heeft ervaren dat al die vooroordelen van zijn ouders te kort deden aan de mensen die er op hun manier ook iets van probeerden te maken.

Verder ben ik ook begonnen aan Wij, de mens van Frank Westerman, een boek dat ik voor mijn verjaardag had gekregen. Ik ben meteen geboeid geraakt na lezing van de eerste hoofdstukken. Het gaat over de ontdekking van een hele kleine mensensoort in 2003 op het eiland Flores die niet in te passen was in de menselijke stamboom. Hij doet verslag van het onderzoek dat hij samen met een groepje studenten doet, heel inspirerend. Vrijdag hebben we weer onze tweemaandelijkse boekenclub en dan zal ik er verslag van doen.

Verder maak ik nog even melding van een artikel dat ik net las in de VPRO gids over het journalistieke onderzoekscollectief Follow the money. Zij worden betaald door betalende abonnee’s en zaten nu al op de 10.000 betalende lezers. Het volgende haalde ik van hun website af…….

Visie

Waarheidsvinding en duiding door onafhankelijke diepgravende journalistiek is niet alleen een onmisbaar onderdeel van onze democratie, de kracht van de onthulling gecombineerd met de belofte van mogelijke verbetering en innovatie kan zaken in beweging zetten en ten goede keren.

Missie

We streven met een optimistische instelling naar rechtvaardigheid en transparantie in een wereld met schaarse en ongelijk verdeelde rijkdommen waar alles om geld draait.

We controleren de macht door geldstromen te volgen, stellen problemen en misstanden in de samenleving aan de kaak, leggen complexe verbanden bloot en dragen oplossingen aan.

Bij die zoektocht naar waarheid en in ons streven naar rechtvaardigheid betrekken we onze lezers. Gezamenlijk leveren we een bijdrage aan het herstel van het moreel kompas…..

Ik denk dat ik 2019 begin door lid te worden voor 80 euro per jaar. Kijk ik even de komende maand welke goede doelen mij het afgelopen jaren hebben weten te strikken en en zeg ik die op ten gunst van Follow The Money.

Read more

Afgelopen week zag ik op VPRO boeken een mooi interview met Edouard Louis die een nieuw boek had geschreven, dit keer over zijn vader met de titel Zij hebben mijn vader vermoord. Eerder had ik al gelezen, Weg met Eddy Bellegueule en Geschiedenis van geweld. De boeken gaan over een getalenteerde homoseksuele jongen die opgroeit in een gewelddadig arbeidersgezin in Noord-Frankrijk en daar uit weet te ontsnappen. Het gaat over mensen die door politici de meest vreselijke benamingen over zich krijgen heen gestort (Hillary Clinton, deplorables, Rutte, tuig, Macron….). Tien jaar na zijn debuut gaat Louis terug naar zijn vader die hij jaren niet heeft gezien en treft een amper 50 jarige,versleten man aan die desondanks niet klaagt. Louis probeert in contact te komen met deze vader die hij zijn hele jeugd heeft verafschuwt maar waar hij, volwassen geworden, begrip voor op kan brengen. En dat niet alleen, uit het interview begreep ik dat de roman gezien moet worden als een politiek statement. Over deze mensen wordt nooit geschreven, er wordt niet naar ze omgekomen, ze leven allemaal hun uitzichtloze leven. Deze man wil Louis een gezicht geven.

Aan dit interview moest ik denken toen ik afgelopen week aan de tweede serie Making a murderer begon. In 2015 verscheen de eerste serie over een man die ten onrecht wordt verdacht van een moord op een vrouw uit het dorp (nadat hij eerder ook al onschuldig bleek en door een onterecht veroordeling 35 miljoen dollar van de staat eiste). Dit gezin Avery, vader, moeder en drie zonen, zou je kunnen omschrijven als de onderkant van de maatschappij, of nog beter, de underdog. Een grote autosloperij, veel drankgebruik, grof taalgebruik, maar hoe langer je dat gezin volgt hoe meer sympathie je krijgt voor ze. Daarentegen krijg je steeds meer afschuw van de aanklager Ken Kratz, waarvan je steeds meer vermoeden krijgt dat hij een vuil spel speelt omdat hij gewoon wil dat Steven Avery de dader is (en de staat onder die 35 miljoen uitkomt). Het is de eerste serie al duidelijk dat het bewijsmateriaal bewust is gedeponeerd op het terrein van de familie Avery. De advocaten krijgen het bewijs niet rond en Avery blijft vastzitten.

De tweede serie begint als in 2015 Steven een nieuwe advocaat weet te strikken, de beroemde Kathleen Zellner, de vrouw die al zestien onterechte veroordelingen ongedaan weet te maken. Het is fascinerend om haar scherpe, analytische brein aan het werk te zien. Ze weet al het bewijs een andere wending te geven en aan te tonen dat de politie heel veel fouten heeft gemaakt. Volgens mij kan geen CSI tegen deze vrouw op. Alleen al het feit dat ze het opneemt voor de underdog  (verwijt aan haar is dat ze nog beroemder wil worden door de serie) maakt haar voor veel mensen een heldin. Niet alleen Amerika, maar mensen over de hele wereld volgen deze zaak. Er schijnt ook nog een vervolg te komen, maar eerst maar eens serie twee afmaken.

Read more

Vandaag mijn laatste boeken met Spaanse vertalingen in de papierbak gegooid. Een jaar geleden wilde ik al mijn hele Spaanse collectie wegdoen, maar dat werd me afgeraden door mijn studievriendin. Ik heb er overal mee lopen leuren, maar geen universiteitsbibliotheek wilde het hebben. Zelfs via Facebook raakte ik ze niet kwijt. Nu heb ik ze alsnog weg gedaan. Ik heb het niet in een keer gedaan, maar de kast over een paar maanden steeds meer ontdaan van mijn “verleden”. Het voelt als een tweede ronde in het afgooien van alles waar ik in mijn leven mee bezig ben geweest. Ik heb wel een paar boeken laten staan die waardevol voor me zijn geweest. Bijvoorbeeld La regenta, van Leopoldo Alas. Over Alas, oftewel Clarin, de journalist die maar een romans schreef heb ik mijn eindscriptie gemaakt. Alle drie de boeken zijn verbonden aan een bepaalde leraar realiseer ik me nu, Bakker, Abellan en …hoe heette die derde docent ook alweer?

Verder staan er ook drie delen van De mystieke werken van San Juan de la Cruz. Ik had het idee dat als ik met pensioen zou zijn, ik deze taaie materie op een dag zou willen lezen. Of het er ooit nog van zal komen staat nog te bezien. Als derde staat er Baltasar Gracian, Handorakel of de kunst der voorzichtigheid. 

“Deze verzameling van driehonderd nogal laconieke aforismen van de Spaanse jezuïet Baltasar Gracián (1601-1658) was bestemd voor de goede verstaanders, de intellectuele elite van zijn tijd. Ze zaten vol woordspelingen, dubbelzinnigheden, paradoxen, etymologisch bepaalde betekenisnuances en ellipsen. Ze bevatten raad om ons te beschermen tegen domheid en kwade bedoelingen van anderen, om ons gezag te vergroten en onze ideeën zo vruchtbaar mogelijk naar voren te brengen en door te drukken. De spreuken zijn in het licht van de kerkelijke moraalleer niet onproblematisch; hij liet ze dan ook door een vriend onder pseudoniem ‘uitgeven’ en mengde er her en der wat onschuldige vrome spreuken doorheen. Het boekje beïnvloedde onder anderen La Rochefoucauld, Voltaire, Nietzsche en Schopenhauer (die het zelfs vertaalde). Kars’ vertaling is helder; hij loste waarschijnlijk vele stilistische ‘verduisteringen’ op. Zijn nawoord wordt helaas ontsierd door enkele onzorgvuldigheden (jezuïeten zijn bijvoorbeeld geen monniken!) en ondoordachte pedanterieën. Een ook voor de hedendaagse lezer behartigenswaardige verzameling levensregels.” Van Theo Kars staat ook in mij kast Praktische verstand; klein handboek voor non-conformisten. Over de kunst om een gelukkig leven te lijden aan de hand van citaten uit de wereldliteratuur.

Omdat ik nu een lege boekenkast moet vullen ga ik heel selectief bekijken wat daar in moet. Behalve allerlei boeken met citaten, reserveer ik ook een paar planken voor boeken die door anderen geleend kunnen worden. Meer dan die ene kast van denk ik twaalf meter ga ik niet vullen. Ik wil anderen na mij  dood niet opzadelen met een gigantische collectie die uitgezocht moet worden. Ik heb al wel van diverse mensen met boekcollecties de vraag gehad of ik die na hun dood wil uitzoeken. Mijn buurman met een grote molencollectie, mijn vriend Anton Fasel, de stadsarchivaris met een geschiedenis collectie. Fasel heeft  behalve veel historische boeken ook een paar leuke jeugdboeken heeft geschreven. In het regionaal archief Alkmaar vind je alle boeken en artikelen die hij geschreven heeft, dat zijn er nogal wat.

Read more

Van een klant kreeg ik het boek van Martin Amis, London Fields, in mijn handen gedrukt. Dat moest ik echt lezen. Ik heb nu de eerste vijftig bladzijden gelezen en ik ga toch weer over op een ander boek. Het taalgebruik is fenomenaal, de recensies zijn geweldig en toch vind ik het boek te bizar om verder te gaan. Een vijfendertigjarige vrouw die op haar verjaardag vermoord wil worden en rondkijkt wie de moordenaar zal worden. En een Amerikaanse schrijver ‘in residence’ die alles observeert en verslag doet van dit proces. Wil ik het weten, ik geloof het eigenlijk niet. Misschien dat ik op een later tijdstip toch nog weer eens begin, maar ik heb er nu geen zin in.

Mijn zus duwde mij een ander boek in de handen dat ik ook echt moest lezen, De geheime droom van het land, van Hector Abad. Een naam waar ik nog nooit van gehoord had. ‘Een klassiek vertelde familiekroniek over de rauwe realiteit van Colombia’. Dat spreekt me meer aan. de recensies van lezers zijn laaiend enthousiast. Abad schreef eerder een boek over de moord op zijn vader (prominent arts en mensenrechtenactivist) Het vergeten dat ons wacht. Omdat mijn broer tegenwoordig verkering heeft met een vrouw uit Bogota, Colombia, vind ik het interessant om over de problemen van dat land te lezen. Mijn zoon was dit jaar ook van plan om in Medellin een tijdje te gaan werken als digitale nomade, maar die belandde in Vietnam. Sinds het vredesakkoord van oktober 2016 schijnt Colombia een hoop jongeren aan te trekken en zit in  Medellin een techbubble.  Ik ken Colombia nu vooral van de serie NarcosIk lees tot mijn verbazing dat er in november 2018 een vierde seizoen komt van Narcos, met de titel, Narcos: Mexico. Die ga ik zeker kijken. Het gaat over de periode voordat de drugsoorlog in Colombia losbarstte. Die woedde in Mecixo, met alle gevolgen van dien voor de bevolking.

Read more

Van de week Vrouw of vos van David Garnett (1892-1981) gelezen in een dag. Je bent er zo door heen. Schijnt een keer door het boekenpanel uitgekozen te zijn als beste boek van de maand. Het is prachtig geschreven met thema’s die eerder zijn verbeeldt in de literatuur. Een vrouw die van het ene moment op het andere in een vos verandert. Als je de analyses er op na leest kun je er van alles in lezen, een parabel over onvoorwaardelijke liefde van een man, een sprookje over een mens in de huid van een dier en wat al niet. Ik las het vooral als een verhaal van iemand die door het huwelijk iets moet  zijn wat ze niet wil worden, een keurige burgervrouw die thee zet om vier uur. Die besluit dat ze wil leven buiten de normen die haar worden opgelegd. En ik las het ook als een ode aan de natuur en hoe dun de scheidslijn is tussen mens en dier. Garnett schijnt een groot natuurliefhebber te zijn geweest die als kind al in jassen van konijnenbont liep.

Deze week ook begonnen in Kees Schuyt, Spinoza en de vreugde van het inzicht. Omdat ik ooit ben begonnen in het werk van Spinoza en het behoorlijk onleesbaar vond voor de leek, leek een inleiding van een kenner die veel cursussen geeft over de werken van Spinoza het proberen waard. Schuyt vertelt in de inleiding dat hij ook begon in Spinoza en werd ontmoedigd. Hij had als student een inleiding over Spinoza in het tweedelige boek over de Geschiedenis van de filosofie van Hans Joachim Storig, een boek waaraan ik  ook heel veel kennis te denken heb en nog steeds wordt gezien als het standaardwerk over de de filosofie. Schuyt  begint in ieder geval goed. De werken worden chronologisch behandeld, waardoor je er in kunt groeien. Het wordt evengoed nog taaie kost, maar dat moet naast al dat gemakzuchtige Netflix.

Een Netflix tip van mijn zus die nu ook overstag is gegaan: El catedral del mar, naar het boek van Ildefonso Falcones. Heerlijk op de late zaterdagavond als er niets op de televisie is. Ik had het boek vorig jaar (als dwarsligger) gelezen tijdens een vakantie en tijdens het oproer in Barcelona voor onafhankelijkheid. Het boek speelt in de 14e eeuw wanneer er een middenstand groeit in een land dat altijd door feodale wetten werd geregeerd. Als je als horige binnen de stadspoorten van Barcelona wist te komen werd je een vrij man. Heerlijk boek. In deze werd werd ook de beroemde kathedraal Santa Maria del mar gebouwd.  Voor de komende vakantie neem ik van Falcones, Koningin op blote voeten mee, ook als dwarsligger. Dit boek speelt in de 18e eeuw en gaat over de vrijheidsstrijd van de zigeuners die in die tijd achtervolgd werden.

Read more

Gisteravond hadden we de tweemaandelijks boekenclub over Jaan kross. Sommigen van ons geven Tussen drie plagen (de drie plagen zijn de pest, honger en geweld) zes sterren vanwege de historische kennis, het taalgebruik en het inlevingsvermogen. Ik heb uiteindelijk het boek toch nog met veel plezier uitgelezen omdat het tweede deel veel meer gaat over de persoonlijke perikelen van Balthasar met alle vrouwen in zijn leven. Maar het bleef een zware klus. Bram werd letterlijk doodziek  van dat taalgebruik en is er als enige eerder mee gestopt. Naast het gelezen boek werden gelezen, Juli Zeh Ons soort mensen, Kees Schuyt, Spinoza en de vreugde van het inzicht, Deborah Feldman, Onorthodox (recentelijk te zien in een interview bij VPRO-boeken) , Astolphe Marquis de Custine, Brieven uit Rusland, Mark Solms,  The brain and the inner world.

Verder ook nog; David Garnett, Vrouw of vos (heb ik nu op mijn nachtkastje liggen), Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de eenentwintigste eeuw, Hugo Arlman, De eeuw van J.J. Heldring, een biografie, Thijs Lijster, De grote vlucht inwaarts, essays over cultuur, Daniel Kahneman, Thinking fast and slow, Lisa Doeland en Naomi Jacobs, Onszelf voorbij; kijken naar wat we liever niet zien, en als laatste Jeroen Koch, Koning Willem I (1772-1843).

Voor de volgende keer gaan we twee boeken van Murat Isik bespreken, Verloren grond en Wees onzichtbaar. Die heb ik allebei al gelezen zodat ik een paar boeken ga lezen die me interessant lijken, Spinoza en de vreugde van het inzicht en Vrouw of vos. 

 

Read more

Ik las een leuk artikel in de VPRO-gids over het Kinderboekenhuis in Winsum. Het is ‘een museum dat boeken uitleent en een bibliotheek die boeken vasthoudt’, een lieu de memoire De belangrijkste functie is dat mensen hier de boeken uit hun jeugd terugvinden. Wij hebben in onze kringloopwinkel ook een oude kast met allerlei oude kinderboeken die, toen ik begon, tot mijn verbazing veel werden gekocht. Behalve de verzamelaars van de boeken van uitgeverij Kluitman (Bakkertje deeg van Joop van de Haak ben ik al vele malen tegengekomen) zijn er ook veel mensen die echt oude jeugdboeken kopen om de herinneringen die er aan vast zitten. En daar gaat dit artikel vooral over. Over het boek bijvoorbeeld van W.G. van der Hulst’s Het grote voorleesboek, dat een klassieker schijnt te zijn waaruit nu demente bejaarden worden voorgelezen, omdat juist bij deze groep de vroegste herinneringen het sterkst zijn. Ik krijg heel veel zin om een keer naar Winsum af te reizen om een bezoek te brengen aan deze winkel waarin het personeel alles weet van oude kinderboeken zodat ik de komenden jaren ook de echt pareltjes er uit kan halen om ze naar verzorgingstehuizen voor demente bejaarden te brengen.

Van de week ben ik ook nog begonnen in het eerste boek van Murat Isik Verloren Grond. het verhaal van zijn grootvader en vader die als Zaza telkens werden verdreven uit hun huizen, maar daar volgende keer meer over.

Read more

Gisteren zat ik naar Pauw te kijken en zag Freek de Jonge fulmineren tegen de VVD-coryfee Erica Terpstra. Zit daar maar wat te beuzelen over compassie en het bezoek van de Dalai lama terwijl de echte problemen in de wereld schreeuwen om een oplossing vond de Jonge. Ik moest hem gelijk geven. Ik verbaas me soms ook over al die oppervlakkigheid terwijl we met zijn allen zouden moeten nadenken over oplossingen van de crises (milieu, politiek, financieel). Wie ook nagedacht heeft over oplossingen van de crises is George Monbiot. Zijn nieuwste boek Uit de puinhopen; een nieuwe politiek in een tijd van crisis ligt hier voor me, vers van de bibliotheek. Deze week staat er in De Groene Amsterdammer een interview met de schrijver over hoe we deze problemen moeten oplossen.

Tien jaar geleden, in 2008!,  schreef Monbiot het boek Heat; how tot stop the planet from burning. Monbiot is zoöloog en journalist en maakte jarenlang natuurdocumentaires voor de BBC. In 2006 schreef hij How did we get into this mess? Uit de puinhopen was de onvermijdelijke opvolger van dit boek. Hij volgt in dit boek o.a.de Britse econoom Kate Raworth, die vorig jaar het boek De donut economie schreef. Hij noemt haar de John Maynard Keynes (gestoeld op idee van eindeloze groei, aangejaagd door een blind consumentisme) van de 21e eeuw. Na een crisis moet er een nieuw verhaal komen. Na de Grote Depressie van de jaren dertig kwam Keynes, daarna kwam de sociaal-democratie en weer daarna neoliberalen. Bij Monbiot moet het roer weer om, zijn trefwoorden; het basisinkomen, het belang van commons, participatieve democratie, lokale munten, met als overkoepelende bouwstenen saamhorigheid en gemeenschapszin. Volgende week in de trein wat grasduinen in dit boek, misschien dat het wat nuttige inzichten oplevert.

Read more

Sinds ik in 2008 mijn boek Tijd van onschuld heb uitgegeven krijg ik de vraag wanneer mijn tweede boek uitkomt. Dat schijnt een ijzeren wet te zijn, als je een boek schrijft moet er een tweede komen. Mijn zus Helena Klitsie schreef na haar voor de Socrates wisselbeker genomineerde boek Liefde’s logica, nog het boek Moeder India en Drie vrouwen en een monnik (over swami Vivekenanda, 1863-1902). Het eerste boek heeft goed verkocht, de tweede en derde veel minder maar dat had alles te maken met haar afwezigheid voor publiciteit.

Maar goed, dat tweede boek, het zit in mijn hoofd als project voor na mijn arbeidzame leven, maar het is er nog niet van gekomen. Maar ik zou het wel willen proberen! Dat betekent dat ik in ieder geval drie maanden rustig moet kunnen werken zonder sociale verplichtingen, vrijwilligerswerk  en afleiding. Ik had in mijn hoofd om drie maanden naar Salamanca te gaan, een studentenstad die ik ken en die goedkoop onderdak bied voor dit soort projecten. De eerste versie van mijn eerste boek had ik in drie maanden op papier. Ik had een sabbatical genomen van drie maanden van mijn werk en van mijn vader 10.000 euro gekregen om de financiële klap om te vangen. Daarna heeft het nog veel redactioneel schaven en correcties geduurd voordat het boek er lag. Maar alles begint met de intentie om het nu ook echt te doen. En heel veel mensen stellen dat uit omdat ze doodsbang zijn dat er niets op papier komt. De afgelopen tien jaar heb ik artikelen geschreven voor Bibliotheekblad en geblogd voor bibliotheekblad.nl. Alles om in de schrijfmood te blijven. Ik stopte toen ik niet meer betaald kreeg (ik heb daar nog een laatste chagrijnige blog over geschreven), maar ik merkte dat ik het miste om maandelijks mijn column te schrijven.  Daarom ben ik na mijn pensionering begonnen met dit blog. Je leest wat bewuster, je doet dingen bewuster, je blijft wat alerter. Een vriend van mij, Ed Groot,  is sinds deze week begonnen als columnist van het FD (financieel dagblad). Hij moet elke dag een stukje inleveren van 150 woorden. Ik heb vandaag de eerste gelezen. Ik ga kijken of ik ook dagelijks een klein stukje kan schrijven om mijn discipline wat op te voeren. Ik weet dat ik dat heb, maar jet moet het wel onderhouden. In 2007 moest ik binnen twee maanden vijftig portretjes van klanten inleveren voor het boek 1908-2008, honderd jaar bibliotheek Alkmaar van Hans Koolwijk.

Ik heb er nog wel de pest in gehad dat ik voor deze klus nooit betaald heb gekregen omdat ik die stukjes zogenaamd onder werktijd schreef. Maar ik was er best trots op, want zonder die stukjes was het boek saai geworden en door bijna niemand echt gelezen. Ik heb achteraf veel complimenten van collega’s gehad, die zeiden wel mijn stukjes te hebben gelezen, maar verder alleen foto’s te hebben gekeken.

Read more